Rb. Zeeland-West-Brabant, 12-10-2021, nr. C/02/390357 FA RK 21-4633
ECLI:NL:RBZWB:2021:5539
- Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Datum
12-10-2021
- Zaaknummer
C/02/390357 FA RK 21-4633
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBZWB:2021:5539, Uitspraak, Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 12‑10‑2021; (Rekestprocedure)
- Vindplaatsen
GZR-Updates.nl 2021-0325
Uitspraak 12‑10‑2021
Inhoudsindicatie
‘Toewijzing zorgmachtiging aansluitend op zorgmachtiging. Verzoek anticonceptie als verplichte zorg artikel 3:2 lid 2 a Wvggz afgewezen. De Wvggz biedt de mogelijkheid om een zwangerschap te voorkomen door verplichte anticonceptie als verplichte zorg op te leggen om het ernstig nadeel voortvloeiend uit een zwangerschap te voorkomen. Niet voldaan aan beginselen van proportionaliteit, subsidiariteit en doelmatigheid. Betrokkene heeft op dit moment al anderhalf tot twee jaar een implanon en deze kan ze zelf niet verwijderen. Het implanon zal in ieder geval de komende tien a twaalf maanden blijven zitten omdat een implanon een werkingsduur van drie jaar heeft.’
Partij(en)
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie Breda
Zaaknummer: C/02/390357 / FA RK 21/4633
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg
Beschikking van 12 oktober 2021 van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene] ,
geboren op [geboortedatum] 1986 te [XX] ,
wonende te Reitse Hoevenstraat 2, 5042 EH [XX] ,
thans verblijvende in de [accommodatie] , 5017 JD [XX] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. J.J. van 't Hoff te [XX] .
1. Procesverloop
1.1
Het procesverloop blijkt uit:
- het verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 1 oktober 2021.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- de bevindingen van de geneesheer-directeur van 29 september 2021;
- de medische verklaring van 28 september 2021;
- een zorgplan van 9 augustus 2021;
- de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wet Bopz en de Wvggz;
- een afschrift van de justitiële documentatie en de politiemutaties.
1.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 12 oktober 2021, in de hierboven genoemde accommodatie.
1.3
Tijdens de mondelinge behandeling waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door haar advocaat;
- [behandelaar] , behandelaar ACT team;
- [curator] , curator;
- [moeder] , moeder van betrokkene.
Tevens was [stagiaire] , stagiaire van de advocaat van betrokkene, aanwezig, hij is echter niet gehoord.
1.4
De officier van justitie is zoals hij reeds aangaf in zijn verzoek niet op de mondelinge behandeling verschenen en dus ook niet gehoord.
2. Verzoek
2.1
De officier van justitie verzoekt de rechtbank een zorgmachtiging te verlenen ten behoeve van betrokkene, voor de duur van twaalf maanden en voor de navolgende vormen van verplichte zorg:
- toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.
3. Standpunten
3.1
Betrokkene heeft naar voren gebracht dat zij geen zorgmachtiging wil. Zij heeft geen hulp nodig en is niet ziek. Betrokkene wil een nieuwe start en staat open voor een afscheidsjaar waarna zij niets meer te maken heeft met de curator en de GGz, want deze instanties belemmeren haar. Zij is bereid om te stoppen met het gebruik van middelen en mee te werken aan urinecontroles. Betrokkene wil dat het implanon verwijderd wordt want zij heeft een kinderwens.
3.2
De behandelaar heeft naar voren gebracht dat het iets beter met gaat met betrokkene sinds zij bij de daklozenopvang verblijft. Betrokkene veroorzaakt thans geen overlast. Ze mag daar twee maanden verblijven. Psychiatrisch blijft het wisselend gaan, als betrokkene middelen gebruikt gaat het slechter. Zij krijgt een keer per drie maanden haar depot, dit heeft zij nodig om te voorkomen dat zij psychiatrisch decompenseert. Betrokkene weigert het depot en soms is er politie inzet nodig. De GGz kan betrokkene niet de intensieve begeleiding geven die zij nodig heeft. Bij decompensatie kan zij worden opgenomen, maar een langdurige opname is niet mogelijk omdat betrokkene de afdeling ontwricht. De opname in een accommodatie als vorm van verplichte zorg ziet dan ook op de opname bij de [instelling] . Op korte termijn vindt er een consult gesprek plaats om te kijken of betrokkene daar langdurig in zorg kan. Hoewel er al meerdere opnames zijn geweest is deze opname anders omdat het een lang traject zal zijn waarin wordt gekeken hoe betrokkene functioneert als zij langdurig geen middelen gebruikt. De begeleiding is daar intensiever en het beveiligingsniveau hoger. Mogelijk kan betrokkene daarna doorstromen naar een traject begeleid wonen. Bij de aanvraag is tevens verplichte anticonceptie verzocht. Bij betrokkene is anderhalf tot twee jaar geleden een nieuw implanon geplaatst. De komende tien tot twaalf maanden wordt het implanon er nog niet uitgehaald. Een zorgmachtiging is noodzakelijk om betrokkene stabiel te houden. Urinecontroles worden verzocht voor tijdens opname. Deze kunnen niet ambulant plaatsvinden omdat zij in een daklozenopvang verblijft en in aanraking komt met drugs. Het toedienen van vocht en het verrichten van therapeutische maatregelen zijn niet noodzakelijk.
3.3
De curator heeft naar voren gebracht dat ambulante begeleiding onvoldoende is omdat betrokkene intensieve begeleiding nodig heeft. Zij kan, mede gelet op het standpunt van de behandelaar, instemmen met een zorgmachtiging voor betrokkene.
3.4
De moeder van betrokkene heeft naar voren gebracht dat zij het niet eens is met depotmedicatie en een zorgmachtiging voor betrokkene. Het depot helpt betrokkene niet en zij krijgt geen goede nazorg.
3.5
De advocaat van betrokkene heeft aangevoerd dat er alternatieven mogelijkheden zijn die moeten worden geprobeerd voordat er wordt overgaan tot een intensieve en langdurige opname bij de [instelling] . Ook is er nog veel onduidelijkheid over de opname en is het maar de vraag of betrokkene daadwerkelijk geplaatst zou kunnen worden. Het is jammer dat de eerdere opnames niet zijn gelukt, dat komt mede omdat betrokkene onvoldoende nazorg krijgt en steeds terugkomt in hetzelfde milieu. Betrokkene wil geen medicatie, maar is bereid om in een vrijwillig kader mee te werken aan ambulante hulpverlening. In het ambulante kader dient te worden geprobeerd de intrinsieke motivatie van betrokkene op gang te krijgen. Ook stemt betrokkene in met de controles op middelengebruik en vanuit daaruit kan zij laten zien dat ze gemotiveerd is om abstinent te blijven van middelen. De overige verzochte vormen van verplichte zorg zijn niet noodzakelijk. Primair verzoekt de advocaat dan ook om afwijzing van het verzoek. Subsidiair dient de zorgmachtiging voor een korte periode, met een extra toetsingsmoment, voor de duur van drie of zes maanden te worden toegewezen om zo een vinger aan de pols te houden en zicht te houden op de ontwikkelingen. Voor zover het verzoek ziet op anticonceptie dient dit te worden afgewezen omdat dit een enorme inbreuk is op de grondrechten van betrokkene en omdat het onduidelijk is of het in de periode van de zorgmachtiging noodzakelijk is.
4. Beoordeling
4.1
Uit de overgelegde stukken en het behandelde tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen, middelgerelateerde en verslavingsstoornissen en persoonlijkheidsstoornissen. Hoewel betrokkene betwist dat er sprake is van een psychische stoornis, ziet de rechtbank geen aanleiding om op dit punt te twijfelen aan het medisch oordeel van de psychiater.
4.2
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in de vorm van ernstig lichamelijk letsel, ernstige verwaarlozing, maatschappelijke teloorgang en de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept.
4.3
Om het ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren, de geestelijke gezondheid van betrokkene te herstellen en de door de stoornis bedreigde of aangetaste fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen, heeft betrokkene zorg nodig.
4.4
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat betrokkene van mening is dat zij niet ziek is en dat zij geen hulp nodig heeft. Betrokkene wil geen depot medicatie en is enkel bereid om mee te werken aan ambulante hulpverlening en urinecontroles. Hoewel betrokkene deels bereid is om passende zorg op vrijwillige basis te accepteren stelt zij haar eigen voorwaarden aan de behandeling en wil zij niet meewerken aan de zorg die noodzakelijk is. Betrokkene heeft reeds langdurige zorg en meerdere keren is geprobeerd om haar ambulant af te laten kicken van de drugs. Een langdurige opname met intensieve begeleiding en zorg en urinecontroles in de kliniek is voor detoxificatie noodzakelijk. Om die reden is verplichte zorg nodig.
4.5
Verplichte zorg
4.5.1
De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vorm van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
- -
toedienen van voeding en medicatie, met uitzondering van anticonceptiva, mogelijk voor de gehele geldigheidsduur;
- -
het verrichten van medische controles, mogelijk voor de gehele geldigheidsduur;
- -
beperken van de bewegingsvrijheid, slechts mogelijk voor ten hoogste zes maanden;
- -
controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen, slechts mogelijk voor ten hoogste zes maanden;
- -
aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen, mogelijk voor de gehele geldigheidsduur;
- -
opnemen in een accommodatie, slechts mogelijk voor ten hoogste zes maanden.
4.5.2
Hoewel de officier van justitie in het verzoekschrift heeft verzocht om verplichte zorg in de vorm van opnemen in een accommodatie, beperken van de bewegingsvrijheid en het
controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen voor de duur van twaalf
maanden, zal de rechtbank voornoemde vormen van verplichte zorg toewijzen voor ten
hoogste zes maanden. Tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat ambulante
begeleiding onvoldoende is voor betrokkene. Een intensieve en langdurige opname bij de
[instelling] lijkt noodzakelijk, omdat eerdere opnames bij de GGz om uiteenlopende
redenen geen of slechts een kortdurend positief resultaat hebben gehad. Omdat echter ook
gebleken is dat het traject bij de [instelling] zich nog in een voorstadium bevindt en er
nog veel onduidelijkheden zijn, ziet de rechter aanleiding om de opname in duur te beperken. De rechtbank gaat ervan uit dat indien betrokkene niet wordt toegelaten bij de KIP zo spoedig mogelijk een alternatief wordt gevonden.
4.5.3
In het zorgplan is als doelstelling van de verplichte zorg vermeld dat betrokkene dient mee te werken aan haar anticonceptie-implantaat (implanon). Verplichte anticonceptie is een inbreuk op de onaantastbaarheid van iemands lichaam of een schending van de persoonlijke levenssfeer op basis van artikel 10 en artikel 11 van de Grondwet en artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Deze is alleen toegestaan als daar een wettelijke grondslag voor is. De rechtbank schaart dit verzoek onder de verplichte zorgvorm ‘toedienen van mediatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maateregelen ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening zoals bedoeld onder artikel 3:2 lid 2 onder a Wvggz. Medicatie ter voorkoming van een zwangerschap die ongewenst is als gevolg van een psychische stoornis, valt hier naar het oordeel van de rechtbank ook onder.
Een zwangerschap levert ernstig nadeel op voor moeder en het kind als gevolg van een psychische stoornis. De Wvggz biedt de mogelijkheid om een zwangerschap te voorkomen door verplichte anticonceptie als verplichte zorg op te leggen om het ernstig nadeel voortvloeiend uit een zwangerschap te voorkomen. Onder ernstig nadeel wordt mede verstaan het bestaan van of het aanzienlijk risico op een ernstig verstoorde ontwikkeling voor of van betrokkene of een ander (artikel 1:1 lid 2 Wvggz). Onder ‘een ander’ wordt ook het ongeboren kind verstaan.
Naast de wettelijke grondslag moet ook voldaan zijn aan de beginselen van proportionaliteit, subsidiariteit en doelmatigheid. De rechtbank is van mening dat in onderhavig geval niet aan deze beginselen is voldaan. Betrokkene heeft op dit moment al anderhalf tot twee jaar een implanon en deze kan ze zelf niet verwijderen. Ondanks dat ze aangeeft dat ze deze niet wilt, laat ze hem zelf niet verwijderen. De behandelaar heeft onvoldoende kenbaar gemaakt wanneer er een eventueel nieuw implanon dient te worden geplaatst. Het implanon zal in ieder geval de komende tien a twaalf maanden blijven zitten omdat een implanon een werkingsduur van drie jaar heeft.
De rechtbank wijst deze vorm van verplichte zorg dan ook nadrukkelijk af voor het zover betreft toedienen anticonceptiva. Indien blijkt dat het noodzakelijk is dat het implanon tijdens de huidige zorgmachtiging opnieuw geplaatst moet worden en betrokkene hier niet aan mee wil werken, of dat betrokkene deze toch zelf heeft laten verwijderen, dient de officier van justitie een wijzigingsverzoek in te dienen. Er zal dan opnieuw getoetst moeten worden of daarvoor een wettelijke grondslag is en of aan de beginselen van proportionaliteit, subsidiariteit en doelmatigheid is voldaan.
4.5.4
Nu uit de toelichting van de behandelaar blijkt dat het toedienen van vocht alsook het verrichten van andere medische handelingen en therapeutische maatregelen niet noodzakelijk is, zal de rechtbank deze vormen van verplichte zorg afwijzen.
4.6
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
4.7
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
4.8
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de (verzochte) duur van twaalf maanden.
5. Beslissing
De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van [betrokkene], geboren op [geboortedatum] 1986 te [XX] ;
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals genoemd in rechtsoverweging 4.5.1 kunnen worden getroffen;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 12 oktober 2022;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is mondeling gegeven door mr. Gremmen, rechter en in het openbaar uitgesproken op 12 oktober 2021 in tegenwoordigheid van Van Noort als griffier, en op 25 oktober 2021 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend. | ||
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.