JWB 2005/60
Schuldsanering; ontvankelijkheid; cassatieschriftuur; ondertekening; advocaat
HR 11-02-2005, ECLI:NL:PHR:2005:AR6209
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
11 februari 2005
- Zaaknummer
R04/063HR
- LJN
AR6209
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Cassatie
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2005:AR6209, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 11‑02‑2005
ECLI:NL:PHR:2005:AR6209, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑02‑2005
- Wetingang
Art. 426a Rv
Essentie
Schuldsanering; ontvankelijkheid; cassatieschriftuur; ondertekening; advocaat
Samenvatting
Casus
Het beroep is gericht tegen de beschikking van de Rechtbank te Amsterdam van 4 mei 2004. Ingevolge art. 426 lid 2 Rv. in samenhang met art. 315 F. liep de cassatietermijn van deze af op 14 mei 2004. Het beroep is ingesteld op de navolgende wijze: Op 8 mei 2004 is ter griffie van de Hoge Raad een faxbrief van drie bladzijden ingekomen houdende een "cassatie schriftuur" waarbij verzoekster cassatieberoep instelt, en klachten aanvoert, tegen de beschikking. In de faxbrief is vermeld: "Spoedheidshalve stelt ondergetekende namens mijn procureur te Leidschendam, aan de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.