RvdW 2013/120
Erfrecht. Verzoek tot vestiging vruchtgebruik op de voet van art. 4:30 lid 6 BW. Uitleg verzoek; grenzen rechtsstrijd; art. 23, 24, 149 Rv. Klachten deels verworpen met toepassing van art. 81 lid 1 RO.
HR 11-01-2013, ECLI:NL:HR:2013:BX9831
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
11 januari 2013
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, A.M.J. van Buchem-Spapens, M.A. Loth, G. Snijders, M.V. Polak
- Zaaknummer
11/05257
- Conclusie
plv. P-G mr. C.L. de Vries Lentsch-Kostense
- LJN
BX9831
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Cassatie
Erfrecht / Erfopvolging bij versterf
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2013:BX9831, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑01‑2013
ECLI:NL:HR:2013:BX9831, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 11‑01‑2013
Essentie
Erfrecht. Verzoek tot vestiging vruchtgebruik op de voet van art. 4:30 lid 6 BW. Uitleg verzoek; grenzen rechtsstrijd; art. 23, 24, 149 Rv. Klachten deels verworpen met toepassing van art. 81 lid 1 RO.
Partij(en)
[De echtgenote], te [woonplaats], verzoekster tot cassatie, adv.: mr. J.P. Heering en mr. M.P. Terwindt,
tegen
[De zoon], te [woonplaats], verweerder in cassatie, niet verschenen.
Conclusie
Conclusie plv. P-G mr. C.L. de Vries Lentsch-Kostense:
Inleiding
1.
In deze zaak heeft thans verzoekster tot cassatie (hierna de echtgenote) verzocht een verzorgingsvruchtgebruik te vestigen op ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.