Hof Amsterdam, 16-12-2021, nr. 23-000318-21
ECLI:NL:GHAMS:2021:3975
- Instantie
Hof Amsterdam
- Datum
16-12-2021
- Zaaknummer
23-000318-21
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Bijzonder strafrecht (V)
Materieel strafrecht (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:GHAMS:2021:3975, Uitspraak, Hof Amsterdam, 16‑12‑2021; (Hoger beroep)
Cassatie: ECLI:NL:HR:2024:32
Uitspraak 16‑12‑2021
Inhoudsindicatie
Veroordeling straatroof, wapenbezit en Opiumwet. Hof constateert vormverzuim nu doorzoeking woning na vondst drugs op tafel niet had mogen worden voortgezet op basis van de Wet Wapens en Munitie in afwezigheid RC. Veroordeling gevangenisstraf 30 maanden.
afdeling strafrecht
parketnummer: 23-000318-21
datum uitspraak: 16 december 2021
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 27 januari 2021 in de strafzaak onder parketnummer 13-258048-20 tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1986,
adres: [adres],
thans gedetineerd in PI Utrecht - HvB locatie Nieuwegein te Nieuwegein.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 2 december 2021 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Namens de verdachte is hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsvrouw naar voren is gebracht.
Vonnis waarvan beroep
Het hof verenigt zich met het vonnis waarvan beroep en zal dit derhalve bevestigen, behalve ten aanzien van de beslissing tot onttrekking aan het verkeer van de onder 11 tot en met 14 inbeslaggenomen voorwerpen, zoals vermeld op de als bijlage aan dit arrest gehechte beslaglijst - in zoverre zal het vonnis worden vernietigd - en met dien verstande dat het hof de door de rechtbank in alinea 3 op pagina 4 van het vonnis opgenomen overweging met betrekking tot de rechtmatigheid van de doorzoeking van de woning vervangt door de hieronder opgenomen overweging.
Overweging met betrekking tot de rechtmatigheid van de doorzoeking
De advocaat-generaal heeft zich ter terechtzitting in hoger beroep op het standpunt gesteld dat ten aanzien van de doorzoeking in de woning waarbij de drugs zijn aangetroffen, sprake is van een vormverzuim, nu daarbij geen rechter-commissaris aanwezig was.
Het hof overweegt als volgt.
Op 11 maart 2020 waren verbalisanten bij de woning van de verdachte teneinde hem buiten heterdaad aan te houden ter zake identiteitsfraude, bevolen door de officier van justitie. Toen zij - om vast te stellen of de verdachte thuis was - door de brievenbus keken om te zien of er veel post lag, zagen zij daarin een busje pepperspray liggen. Bij het doorzoeken van de brievenbus, waartoe zij vanwege de vondst van de pepperspray op grond van artikel 49 Wet Wapens en Munitie (hierna: WWM) bevoegd waren, troffen zij daarin een handvuurwapen en zakjes met vermoedelijk xtc aan. De verbalisanten hebben vervolgens de woning betreden, waarbij zij beschikten over een machtiging tot binnentreden, afgegeven door een hulpofficier van justitie ter aanhouding van de verdachte ex artikel 55 Wetboek van Strafvordering (hierna: Sv) en ter doorzoeking ex artikel 49 WWM. Na het binnentreden van de woning troffen de verbalisanten op de salontafel een hoeveelheid cocaïne en een weegschaaltje met resten van wit poeder aan, die zij in beslag namen. Vervolgens is de woning door de verbalisanten doorzocht, waarbij zij in het televisiemeubel een hoeveelheid xtc-pillen aantroffen.
Het hof is van oordeel dat het binnentreden van de woning rechtmatig is geweest, met dien verstande dat de verbalisanten zich hadden dienen te beperken tot inbeslagneming van de in het zicht liggende daarvoor vatbare voorwerpen (de cocaïne en het weegschaaltje) en overigens tot bevriezing van de situatie in de woning in afwachting van de komst van de rechter-commissaris. Immers: bij het (rechtmatig) aantreffen van de vermoedelijke xtc-pillen in de bij de woning behorende brievenbus, ontstond een verdenking van overtreding van de Opiumwet. De doorzoeking had dan ook niet mogen worden voortgezet louter op basis van de WWM en had dienen plaats te vinden door een rechter-commissaris. Nu de woning is doorzocht zonder aanwezigheid of toestemming van de rechter-commissaris, is de doorzoeking onrechtmatig geweest. Ten aanzien van de hoeveelheid xtc-pillen die vervolgens is aangetroffen in het televisiemeubel, is dan ook sprake van een vormverzuim. Met de advocaat-generaal is het hof evenwel van oordeel dat dit vormverzuim niet dient te leiden tot enig rechtsgevolg, nu het hof er gezien de voormelde omstandigheden van uit gaat dat, indien wel contact zou zijn opgenomen met de rechter-commissaris, door deze zonder meer toestemming voor een doorzoeking ter inbeslagneming zou zijn gegeven. Het nadeel voor de verdachte en de ernst van het verzuim waren dan ook beperkt. Het hof zal om die reden volstaan met de constatering van het verzuim.
Beslag
Het onder 2 tenlastegelegde en bewezenverklaarde is begaan met behulp van de onder 11 tot en met 14 inbeslaggenomen en niet teruggegeven voorwerpen, te weten drie plastic zakken en een weegschaal. Zij behoren de verdachte toe. Zij zullen daarom worden verbeurdverklaard.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De op te leggen straffen en maatregelen zijn gegrond op de artikelen 2 en 10 van de Opiumwet, de artikelen 33, 33a, 36b, 36c, 36f, 57, 63 en 312 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 26 en 55 van de Wet wapens en munitie.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep ten aanzien van de beslissing tot onttrekking aan het verkeer van de onder 11 tot en met 14 inbeslaggenomen voorwerpen zoals vermeld op de als bijlage aan dit arrest gehechte beslaglijst en doet in zoverre opnieuw recht.
Verklaart verbeurd de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten: de onder 11 tot en met 14 inbeslaggenomen voorwerpen, zoals vermeld op de als bijlage aan dit arrest gehechte beslaglijst.
Bevestigt het vonnis waarvan beroep voor het overige met in achtneming van het voorgaande.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. D. Abels, mr. H.M.J. Quaedvlieg en mr. N. van der Wijngaart, in tegenwoordigheid van
mr. L. Pothast, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 16 december 2021.
Mr. D. Abels en mr. N. van der Wijngaart zijn buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
=========================================================================
[…]