Einde inhoudsopgave
Staatsexamenbesluit Nederlands als tweede taal
Artikel 6 Onregelmatigheden
Geldend
Geldend vanaf 01-08-2016
- Bronpublicatie:
22-04-2016, Stb. 2016, 174 (uitgifte: 18-05-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-08-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
03-06-2016, Stb. 2016, 225 (uitgifte: 17-06-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Onderwijsrecht / Voortgezet onderwijs
1.
Indien een kandidaat zich ten aanzien van enig examenonderdeel aan enige onregelmatigheid schuldig maakt of heeft gemaakt kan het College voor toetsen en examens op voorstel van de examenleider het desbetreffende onderdeel ongeldig verklaren en de kandidaat op die grond het certificaat onthouden dan wel bepalen dat het certificaat eerst kan worden uitgereikt na een hernieuwd examen in door het College voor toetsen en examens aan te wijzen onderdelen en op een door het college te bepalen wijze.
2.
De examenleider doet zijn voorstel zo spoedig mogelijk nadat de onregelmatigheid aan hem bekend is geworden. Indien de onregelmatigheid eerst wordt ontdekt na afloop van het examen, kan het College voor toetsen en examens de kandidaat het desbetreffende certificaat onthouden.
3.
Het College voor toetsen en examens hoort de examenleider en de kandidaat alvorens een beslissing als bedoeld in het eerste of tweede lid te nemen en wijst bij haar beslissing op het bepaalde in het vierde lid. Het College voor toetsen en examens maakt haar beslissing zo mogelijk mondeling en in elk geval schriftelijk aan de kandidaat en in afschrift aan de inspectie bekend.
4.
De kandidaat kan tegen een besluit als bedoeld in dit artikel bezwaar maken bij het College voor toetsen en examens. De termijn voor het indienen van een bezwaarschrift bedraagt vijf dagen nadat het besluit aan de kandidaat is bekendgemaakt op de voorgeschreven wijze. Het College beslist binnen twee weken na ontvangst van het bezwaarschrift, tenzij het college deze termijn heeft verlengd met ten hoogste twee weken. Het College voor toetsen en examens stelt bij zijn beslissing zo nodig vast op welke wijze de kandidaat alsnog in de gelegenheid zal worden gesteld het examen geheel of gedeeltelijk af te leggen. Het College voor toetsen en examens deelt zijn beslissing mee aan de inspectie.