V-N 2024/17.14
Hoge Raad lijkt beoordeling verschoonbaarheid overschrijding bezwaar- en beroepstermijnen te versoepelen
HR 05-04-2024, ECLI:NL:HR:2024:515, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
5 april 2024
- Magistraten
Van Eijsden, Punt, Wortel, Faase, Van der Voort Maarschalk
- Zaaknummer
22/04246
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS956010:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal procesrecht / Beroepsfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2024:515, Uitspraak, Hoge Raad, 05‑04‑2024
Beroepschrift, Hoge Raad, 14‑11‑2022
- Wetingang
art. 6:11 Awb
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat het verzet van X gegrond is en dat de rechtbank de ontvankelijkheid van de beroepen opnieuw moet beoordelen. De Hoge Raad verwijst hierbij naar de recente uitspraak van de CBb van 30 januari 2024 over de verschoonbaarheid van termijnoverschrijdingen.
Samenvatting
Rechtbank Den Haag verklaart enkele beroepen van X tegen naheffingsaanslagen parkeerbelasting niet-ontvankelijk wegens overschrijding van de beroepstermijn. Daarbij overweegt de rechtbank onder andere dat X iemand anders had kunnen verzoeken om haar bij te staan. X voert in verzet, net als in beroep, aan dat zij en haar jonge kinderen het mikpunt zijn ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.