Einde inhoudsopgave
Interinstitutioneel Akkoord betreffende begrotingsdiscipline, samenwerking in begrotingszaken en goed financieel beheer, alsmede betreffende nieuwe eigen middelen, met inbegrip van een routekaart voor de invoering van nieuwe eigen middelen
D Financiering van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid (GBVB)
Geldend
Geldend vanaf 16-12-2020
- Bronpublicatie:
16-12-2020, PbEU 2020, L 433 I (uitgifte: 22-12-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
16-12-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-12-2020, PbEU 2020, L 433 I (uitgifte: 22-12-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Financiering
22
Het totale bedrag van de beleidsuitgaven van het GBVB wordt volledig in een begrotingshoofdstuk opgenomen, met als titel GBVB. Dat bedrag voorziet in de voorspelbare reële behoeften, zoals geraamd bij de opstelling van de ontwerpbegroting, op basis van jaarlijks door de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid (‘de hoge vertegenwoordiger’) gemaakte prognoses. Er wordt voorzien in een redelijke marge ter dekking van onvoorziene acties. Er mogen geen middelen in een reserve worden opgenomen.
23
Ten aanzien van de uitgaven van het GBVB die overeenkomstig artikel 41 van het Verdrag betreffende de Europese Unie ten laste van de Uniebegroting komen, streven de instellingen ernaar elk jaar in het in artikel 314, lid 5, VWEU bedoelde bemiddelingscomité en op basis van de door de Commissie opgestelde ontwerpbegroting overeenstemming te bereiken over het bedrag van de beleidsuitgaven en over de verdeling van dat bedrag over de artikelen van het GBVB-hoofdstuk van de begroting. Wordt geen overeenstemming bereikt, dan nemen het Europees Parlement en de Raad in de begroting het bedrag op dat in de voorgaande begroting was vastgelegd of, indien het lager is, het bedrag dat in de ontwerpbegroting wordt voorgesteld.
Het totale bedrag van de beleidsuitgaven van het GBVB wordt verdeeld over de artikelen van het GBVB-hoofdstuk van de begroting zoals voorgesteld in de derde alinea. Elk artikel heeft betrekking op reeds vastgestelde acties, op acties die zijn voorzien maar nog niet zijn vastgesteld en op bedragen voor toekomstige, d.w.z. niet-voorziene, acties die door de Raad in de loop van het betrokken begrotingsjaar worden vastgesteld.
Binnen het GBVB-hoofdstuk van de begroting zouden de artikelen waaronder de GBVB-acties moeten worden ondergebracht, als volgt kunnen luiden:
- —
de belangrijkste missies bedoeld in artikel 52, lid 1, onder g), van het Financieel Reglement;
- —
andere missies (voor crisisbeheersingsoperaties, preventie, oplossing en stabilisering van conflictsituaties en het toezien op en de tenuitvoerlegging van vredes- en veiligheidsprocessen);
- —
non-proliferatie en ontwapening;
- —
spoedeisende maatregelen;
- —
voorbereidende en vervolgmaatregelen;
- —
speciale vertegenwoordigers van de Europese Unie.
Daar de Commissie krachtens het Financieel Reglement de bevoegdheid heeft autonoom kredietoverschrijvingen te verrichten tussen artikelen binnen het GBVB-hoofdstuk van de begroting, wordt derhalve de voor een snelle uitvoering van GBVB-acties vereiste flexibiliteit gewaarborgd. Indien het bedrag van het GBVB-hoofdstuk van de begroting gedurende het begrotingsjaar ontoereikend is om de noodzakelijke uitgaven te dekken, streven het Europees Parlement en de Raad op voorstel van de Commissie met spoed naar een oplossing.
24
De hoge vertegenwoordiger raadpleegt het Europees Parlement jaarlijks over een uiterlijk op 15 juni van het betrokken jaar te verstrekken toekomstgericht document dat de voornaamste aspecten en de fundamentele keuzen van het GBVB behelst, met inbegrip van de financiële gevolgen ervan voor de Uniebegroting, een beoordeling van de in jaar n-1 gestarte maatregelen, alsmede een beoordeling van de coördinatie tussen en de complementariteit van het GBVB en andere externe financiële instrumenten van de Unie. Bovendien houdt de hoge vertegenwoordiger het Europees Parlement regelmatig op de hoogte door middel van gezamenlijke overlegvergaderingen die ten minste vijf keer per jaar in het kader van de gewone politieke dialoog over het GBVB plaatsvinden en die elk jaar uiterlijk op 30 november worden overeengekomen. Over de deelneming aan die vergaderingen wordt om beurten besloten door het Europees Parlement en door de Raad, rekening houdend met de doelstelling en de aard van de tijdens die vergaderingen uit te wisselen informatie.
De Commissie wordt uitgenodigd om aan deze vergaderingen deel te nemen.
Wanneer de Raad een besluit op GBVB-gebied vaststelt dat uitgaven meebrengt, legt de hoge vertegenwoordiger het Europees Parlement onmiddellijk en in elk geval binnen vijf werkdagen daarna een schatting van de geraamde kosten (‘financieel memorandum’) voor, met name de kosten inzake tijdsduur, personeel, gebruik van gebouwen en andere infrastructuur, vervoermiddelen, opleidingsvereisten en veiligheidsregelingen.
De Commissie licht het Europees Parlement en de Raad eenmaal per kwartaal in over de uitvoering van de GBVB-acties en over de financiële prognoses voor de rest van het begrotingsjaar.