Gst. 2020/27
Een exploitatiegebied dient zodanig te worden begrensd dat gronden, waartussen planologisch of functioneel een duidelijke samenhang bestaat, in één exploitatieplan of deelexploitatieplan worden opgenomen.
ABRvS 20-11-2019, ECLI:NL:RVS:2019:3927, m.nt. L.W. Feenstra
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
20 november 2019
- Magistraten
Mrs. R.J.J.M. Pans, J. Hoekstra, J. Kramer
- Zaaknummer
201701594/2/R3
- Noot
L.W. Feenstra
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS189046:1
- Vakgebied(en)
Ruimtelijk bestuursrecht / Grondexploitatie
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2019:3927, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 20‑11‑2019
- Wetingang
(Art. 6.13 Wro)
Essentie
Een exploitatiegebied dient zodanig te worden begrensd dat gronden, waartussen planologisch of functioneel een duidelijke samenhang bestaat, in één exploitatieplan of deelexploitatieplan worden opgenomen.
Samenvatting
De raad dient bij de vaststelling van een exploitatieplan het exploitatiegebied zodanig te begrenzen dat gronden, waartussen planologisch of functioneel een duidelijke samenhang bestaat, in één exploitatieplan of deelexploitatieplan worden begrepen. Indien het in een bestemmingsplangebied gaat om in planologisch of functioneel opzicht van elkaar te onderscheiden deelgebieden, kan de raad besluiten voor elk deelgebied afzonderlijk een exploitatieplan vast te stellen. De Afdeling stelt vast dat het in het bestemmingsplan voorziene te ontwikkelen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.