Einde inhoudsopgave
Havenbeveiligingswet
Artikel 14
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
05-10-2022, Stb. 2023, 5 (uitgifte: 11-01-2023, kamerstukken: 36077)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
07-11-2023, Stb. 2023, 420 (uitgifte: 22-11-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Binnenvaart
1.
Onverminderd artikel 7 van de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus zijn personen die bij havenfaciliteiten beveiligingswerkzaamheden verrichten als bedoeld in artikel 1, onderdeel c, van die wet, in het bezit van een op naam gesteld en geldig certificaat Havenbeveiliger als bewijs dat zij met goed gevolg het examen Havenbeveiliger hebben afgelegd.
2.
Bij een aanvraag om toestemming als bedoeld in artikel 7, tweede lid, van de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus, voor een persoon als bedoeld in het eerste lid, wordt een afschrift van het certificaat overgelegd.
3.
Op aanvraag kan Onze Minister een certificaat erkennen dat is afgegeven in een andere lidstaat van de Europese Unie, dan wel een Staat, niet zijnde een lidstaat van de Europese Unie, die partij is bij een daartoe strekkend of mede daartoe strekkend Verdrag dat Nederland bindt, en dat een beroepsniveau waarborgt dat ten minste gelijkwaardig is aan het niveau dat met het certificaat, bedoeld in eerste lid, wordt nagestreefd.
4.
Bij regeling van Onze Minister worden regels gesteld betreffende het in het eerste lid bedoelde examen Havenbeveiliger, de geldigheidsduur van het certificaat Havenbeveiliger en de in het derde lid bedoelde erkenning van het certificaat.
5.
Bij regeling van Onze Minister worden regels gesteld betreffende de voorwaarden voor registratie van bestaande certificaten en de geldigheidsduur van deze registratie.