Einde inhoudsopgave
Kernenergiewet
Artikel 5
Geldend
Geldend vanaf 30-06-2021
- Bronpublicatie:
26-05-2021, Stb. 2021, 286 (uitgifte: 18-06-2021, kamerstukken: 35664)
- Inwerkingtreding
30-06-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-06-2021, Stb. 2021, 306 (uitgifte: 29-06-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Ministerie van Justitie
- Vakgebied(en)
Energierecht (V)
1.
De Autoriteit bestaat uit minimaal twee en maximaal drie leden, onder wie de voorzitter.
2.
Benoeming vindt plaats op grond van deskundigheid of ervaring, die nodig is voor de uitoefening van de taken van de Autoriteit.
3.
De leden worden benoemd voor een tijdvak van maximaal vier jaar en zijn aansluitend éénmalig voor een tijdvak van maximaal vier jaar herbenoembaar. In het geval van bijzondere omstandigheden binnen de organisatie van de Autoriteit kan een lid van de Autoriteit bij afloop van de tweede benoemingstermijn terstond opnieuw worden benoemd voor een tijdvak van maximaal twee jaar.
4.
In het geval van een vacature vormen de overige leden, in afwijking van het eerste lid, de Autoriteit.
5.
Onverminderd artikel 13, eerste lid, van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen heeft een lid geen financiële of andere belangen waardoor zijn onpartijdigheid in het geding kan zijn.
6.
Een lid kan niet tevens zijn een aan een minister ondergeschikte ambtenaar.
7.
Het lidmaatschap van de Autoriteit wordt aangewezen als een vertrouwensfunctie als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel a, van de Wet veiligheidsonderzoeken.