Inhoudsopgave
Ondernemingsrecht 2017/137:Art. 2:23c lid 2 BW herbergt een tweede verlengingsgrond
Ondernemingsrecht 2017/137
Art. 2:23c lid 2 BW herbergt een tweede verlengingsgrond
Documentgegevens:
Mr. dr. M.Y. Nethe, datum 22-10-2017
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
In het Rambaldo/Rabobank-arrest oordeelt de Hoge Raad dat de rechtsvordering van de schuldeiser op een hoofdschuldenaar/rechtspersoon die inmiddels is opgehouden te bestaan, niet kan verjaren in het tijdvak waarin de hoofdschuldenaar is opgehouden te bestaan omdat de schuldeiser zich kan beroepen op een verlengingsgrond. Hierdoor is stuiting door de schuldeiser van de verjaring van zijn rechtsvordering op de hoofdschuldenaar/rechtspersoon niet meer nodig. Het gaat om een verlengingsgrond die gelezen moet worden in art. 2:23c lid 2 BW. Volgens de auteur creëert de Hoge Raad een tweede verlengingsgrond. Om dit resultaat te bereiken, rekt de Hoge Raad ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.