Einde inhoudsopgave
Wet lokaal spoor
Artikel 37
Geldend
Geldend vanaf 01-12-2015
- Bronpublicatie:
10-07-2013, Stb. 2013, 528 (uitgifte: 13-12-2013, kamerstukken: 33324)
- Inwerkingtreding
01-12-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
10-07-2013, Stb. 2013, 528 (uitgifte: 13-12-2013, kamerstukken: 33324)
- Vakgebied(en)
Staatsrecht / Decentralisatie
Vervoersrecht / Railvervoer
1.
Een veiligheidsfunctie wordt slechts uitgeoefend door een persoon die:
- a.
de leeftijd van achttien jaar heeft bereikt;
- b.
de taal die door de verkeersleiding wordt gebruikt voldoende beheerst om de voor de uitoefening van de betrokken functie gebruikelijke procescommunicatie te voeren en te begrijpen; en
- c.
geen lichamelijke of geestelijke beperkingen heeft die een goede uitoefening van de veiligheidsfunctie belemmeren, hetgeen blijkt uit onderzoek dat is verricht door een deskundige die is aangewezen door gedeputeerde staten onderscheidenlijk het dagelijks bestuur.
2.
Degene onder wiens gezag een veiligheidsfunctie wordt uitgeoefend, draagt er zorg voor dat de veiligheidsfunctionaris in ieder geval elke vijf jaar aan een onderzoek als bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, wordt onderworpen.
3.
Indien degene onder wiens gezag een veiligheidsfunctie wordt uitgeoefend, vermoedt dat de desbetreffende veiligheidsfunctionaris niet langer voldoet aan het eerste lid, onderdeel c, kan hij van de betreffende functionaris verlangen dat hij zich aan een nieuw onderzoek onderwerpt.
4.
Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gegeven omtrent het onderzoek, bedoeld in het eerste lid, onderdeel c.