Einde inhoudsopgave
Wet buitengewoon pensioen 1940–1945
Artikel 16
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2023
- Bronpublicatie:
22-08-2022, Stb. 2022, 345 (uitgifte: 07-09-2022, kamerstukken: 36003)
- Inwerkingtreding
01-01-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-09-2022, Stb. 2022, 364 (uitgifte: 21-09-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Ministerie van Financiën
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid ouderen / Pensioen
Sociale zekerheid ouderen / Bijzondere onderwerpen
1.
Aan de in de artikelen 14 en 15 genoemde betrekkingen van een deelnemer aan het verzet wordt tijdelijk een buitengewoon pensioen verleend, indien de deelnemer aan het verzet vermist is geraakt en de vermissing in verband staat met het verzet.
2.
Het bedrag van dit tijdelijk pensioen zal gelijk zijn aan het bedrag, waarop de belanghebbenden recht zouden hebben, wanneer de vermiste het leven had verloren in verband met het verzet.
3.
Aan de in de artikelen 14 en 15 genoemde betrekkingen van een deelnemer aan het verzet wordt eveneens tijdelijk een buitengewoon pensioen verleend, indien de deelnemer aan het verzet anders dan in verband met het verzet vermist is geraakt en hij op het tijdstip van zijn vermissing recht op buitengewoon pensioen ontleende aan het bepaalde in artikel 4.
4.
Het bedrag van het in het vorige lid bedoelde tijdelijk pensioen zal gelijk zijn aan het bedrag, waarop de belanghebbenden recht zouden hebben, wanneer de vermiste zou zijn overleden.
5.
Het tijdelijk pensioen gaat van rechtswege over in een blijvend buitengewoon pensioen, zodra het overlijden van de vermiste vaststaat of indien omtrent hem bij rechterlijk vonnis is verklaard, dat de vermissing van de betrokkene is vastgesteld.
6.
De overige bepalingen van dit hoofdstuk zijn ook op het tijdelijk buitengewoon pensioen van toepassing.