Einde inhoudsopgave
Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Russische Federatie inzake de versoepeling van de afgifte van visa aan burgers van de Europese Unie en de Russische Federatie
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 12-09-2022
- Redactionele toelichting
Deze overeenkomst is buiten werking gesteld.
- Bronpublicatie:
09-09-2022, PbEU 2022, L 234 (uitgifte: 09-09-2022, regelingnummer: 2022/1500)
- Inwerkingtreding
12-09-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
09-09-2022, PbEU 2022, L 234 (uitgifte: 09-09-2022, regelingnummer: 2022/1500)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht / Bijzondere onderwerpen
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Overeenkomst van 25 mei 2006
DE PARTIJEN:
DE EUROPESE GEMEENSCHAP,
hierna ‘de Gemeenschap’ genoemd, en
DE RUSSISCHE FEDERATIE,
GELEID DOOR DE WENS in het belang van een gestage ontwikkeling van economische, humanitaire, culturele, wetenschappelijke en andere banden de contacten tussen mensen te vergemakkelijken door de afgifte van visa aan burgers van de Europese Unie en de Russische Federatie op basis van wederkerigheid te versoepelen,
GEZIEN de gezamenlijke verklaring die is opgesteld tijdens de top van Sint-Petersburg van 31 mei 2003, waarin wordt verklaard dat de Europese Unie en de Russische Federatie zijn overeengekomen de voorwaarden voor visumvrij reizen op lange termijn te onderzoeken,
BEVESTIGEND dat zij voornemens zijn een visumvrije regeling voor verkeer tussen de Russische Federatie en de Europese Unie tot stand te brengen,
INDACHTIG de Overeenkomst inzake partnerschap en samenwerking van 24 juni 1994 waarbij een partnerschap tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten enerzijds, en de Russische Federatie anderzijds,
GEZIEN de gezamenlijke verklaring van 27 april 2004 over de uitbreiding van de Europese Unie en over de betrekkingen tussen de Unie en Rusland, waarin wordt bevestigd dat de Europese Unie en de Russische Federatie voornemens zijn de afgifte van visa voor de burgers van de Europese Unie en de Russische Federatie op basis van wederkerigheid te versoepelen en onderhandelingen te openen met het oog op het sluiten van een overeenkomst,
ERKENNEND dat deze versoepeling niet mag leiden tot illegale migratie en bijzondere aandacht bestedend aan veiligheid en overname,
REKENING HOUDEND MET het Protocol betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland en Ierland en met het Protocol tot opneming van het Schengenacquis in het kader van de Europese Unie, beide gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie van 7 februari 1992 en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap van 25 maart 1957, en bevestigend dat de bepalingen van deze overeenkomst niet van toepassing zijn op het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland en Ierland,
REKENING HOUDEND MET het Protocol betreffende de positie van Denemarken, dat is gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie van 7 februari 1992 en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap van 25 maart 1957, en bevestigend dat de bepalingen van deze overeenkomst niet van toepassing zijn op het Koninkrijk Denemarken,
HEBBEN OVEREENSTEMMING BEREIKT OMTRENT HET VOLGENDE:
Verdragpartijgroep