Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsregeling Douane- en Accijnswet BES
Artikel 4.16b
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2013
- Bronpublicatie:
21-12-2012, Stcrt. 2012, 26349 (uitgifte: 28-12-2012, regelingnummer: DB2012-475M)
- Inwerkingtreding
01-01-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-12-2012, Stcrt. 2012, 26349 (uitgifte: 28-12-2012, regelingnummer: DB2012-475M)
- Vakgebied(en)
Belastingen van lagere overheden (V)
Belastingrecht algemeen (V)
Douane (V)
1.
Een op grond van artikel 4.62, eerste lid, van de wet gevorderd monster wordt:
- a.
genomen onder toezicht van de inspecteur of een door hem aangewezen ambtenaar;
- b.
zodanig verpakt, dat de identiteit van het monster is gewaarborgd; en
- c.
onderzocht in een door de Belastingdienst aangewezen laboratorium met gebruikmaking van internationaal erkende onderzoeksmethoden.
2.
Ter zake van het onderzoek van goederen en het nemen van monsters is artikel 2.35, behoudens het tweede, achtste en negende lid, van overeenkomstige toepassing.