Einde inhoudsopgave
Regeling legionellapreventie in drinkwater en warm tapwater
Artikel 6 Eisen aan degene die monstername en analyse doet
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2018
- Bronpublicatie:
08-09-2017, Stcrt. 2017, 51759 (uitgifte: 12-09-2017, regelingnummer: IENM/BSK-2017/214358)
- Inwerkingtreding
01-01-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
08-09-2017, Stcrt. 2017, 51759 (uitgifte: 12-09-2017, regelingnummer: IENM/BSK-2017/214358)
- Vakgebied(en)
Waterrecht (V)
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
1.
Het nemen en analyseren van monsters ter uitvoering van hoofdstuk 4 van het besluit geschiedt door laboratoria die een kwaliteitsborgingssysteem hanteren dat gebaseerd is op NEN-EN-ISO/IEC 17025:2005 of een gelijkwaardige norm en die daarvoor overeenkomstig deze norm geaccrediteerd zijn.
2.
In afwijking van het eerste lid kan het nemen en analyseren van monsters geschieden door medisch microbiologische laboratoria, onder verantwoordelijkheid van een arts-microbioloog, die een kwaliteitsborgingssysteem hanteren dat gebaseerd is op ISO 15189: 2007 of een gelijkwaardige norm en die daarvoor overeenkomstig deze norm geaccrediteerd zijn.
3.
Het nemen van monsters ter uitvoering van hoofdstuk 4 van het besluit kan tevens plaatsvinden door bedrijven en personen die een kwaliteitsborgingssysteem hanteren dat gebaseerd is op NEN-EN-ISO/IEC 17025:2005 of een gelijkwaardige norm en die daarvoor overeenkomstig deze norm geaccrediteerd zijn.
4.
Het analyseren van monsters ten behoeve van drinkwaterbedrijven geschiedt door laboratoria als bedoeld in het eerste lid die daartoe zijn aangewezen op grond van artikel 9, vierde lid, van de Drinkwaterregeling.
5.
Een gelijkwaardige norm als bedoeld in het eerste, tweede of derde lid wordt uitsluitend toegepast na daartoe verkregen toestemming van de inspecteur. Bij de aanvraag worden alle voor de beoordeling van de gelijkwaardigheid van de bedoelde norm relevante gegevens in de door de inspecteur aangegeven vorm aan hem overgelegd.