NJ 1916, p. 1095
Verbod van verkoop van prentbriefkaarten.
HR 02-10-1916, ECLI:NL:HR:1916:97
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
2 oktober 1916
- Magistraten
Voorzitter: Mr. A. M. B. Hanlo., Raden: Mrs. A. J. L. Nijpels, H. M. A. Savelberg, Jhr. Rh. Feith en Dr. L. E. Visser.
- Zaaknummer
[02101916/NJ_1916,_p._1095]
- Conclusie
Mr. Tak
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS147720:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1916:97, Uitspraak, Hoge Raad, 02‑10‑1916
- Wetingang
(Gw art. 7.)
Essentie
Verbod van verkoop van prentbriefkaarten.
Samenvatting
Art. 48 der Alg. Pol. Verord. van Rosendaal (O.) betreft in zijn algemeenheid mede prentbriefkaarten, waarin gedachten of gevoelens worden geopenbaard, en is in zooverre, als bevattende een algemeen verbod om gedachten en gevoelens door zoodanige prentbriefkaarten te openbaren, zij het op bepaalde uren, tenzij met schriftelijke vergunning van B. en W., in strijd met art. 7 der Grondwet en alzoo onverbindend.
Voorgaande uitspraak
W. L. R., venter, geboren te Arnhem 11 November 1896, wonende te Arnhem, requirant van cassatie tegen een vonnis van de Arr.-Rechtbank te Arnhem van den 28 Maart ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.