Belastingblad 2022/17
Hoge Raad herziet rechtspraak over het vertrouwensbeginsel in geval van onjuiste uitlatingen door de Belastingdienst. De belastingplichtige hoeft geen ‘extra’ schade meer te hebben geleden nadat hij afgaande op de uitlatingen iets heeft gedaan of nagelaten.
HR 05-11-2021, ECLI:NL:HR:2021:1654, m.nt. C.M. Bergman
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
5 november 2021
- Magistraten
Mrs. R.J. Koopman, J. Wortel, A.F.M.Q. Beukers-van Dooren, M.T. Boerlage, P.A.G.M. Cools
- Zaaknummer
20/03173
- Noot
C.M. Bergman
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS626192:1
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Uitgaven voor inkomensvoorzieningen
Fiscaal bestuursrecht / Rente
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:1654, Uitspraak, Hoge Raad, 05‑11‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 05‑11‑2021
ECLI:NL:PHR:2021:538, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 31‑05‑2021
Essentie
Hoge Raad herziet rechtspraak over het vertrouwensbeginsel in geval van onjuiste uitlatingen door de Belastingdienst. De belastingplichtige hoeft geen ‘extra’ schade meer te hebben geleden nadat hij afgaande op de uitlatingen iets heeft gedaan of nagelaten.
Uitspraak
Arrest
in de zaak van
de STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN
tegen
[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)
op het beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag van 4 augustus 2020, nr. BK-19/00528,1. op het hoger beroep van de Inspecteur tegen een uitspraak van de Rechtbank Den Haag (nr. SGR 19/1188) betreffende een beschikking inzake revisierente.