JWB 2004/266
Mogelijkheid tot instellen van rechtmiddelen, tussenarrest
HR 09-07-2004, ECLI:NL:PHR:2004:AO8706
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
9 juli 2004
- Zaaknummer
C03/117HR
- LJN
AO8706
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Cassatie
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2004:AO8706, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 09‑07‑2004
ECLI:NL:PHR:2004:AO8706, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑07‑2004
- Wetingang
Art. 232 Rv; art. 401a lid 2 Rv
Essentie
Mogelijkheid tot instellen van rechtmiddelen, tussenarrest
Samenvatting
Casus
Verweerder is in 1978 bij een aanrijding in België gewond geraakt toen hij als betalend passagier meereed in een personenauto. De bestuurder van de auto had zijn wettelijke aansprakelijkheid verzekerd bij Woudsend. Woudsend heeft haar aansprakelijkheid erkend. Tussen partijen staat vast dat verweerder tot maart 1983 arbeidsongeschikt was. Verweerder heeft een vordering ingesteld tot vergoeding van materiële en immateriële schade. Na een aantal tussenvonnissen en een tussentijds hoger beroep heeft de Rechtbank op 26 mei 2000 een deskundigenbericht geoordeeld over de inkomensschade van verweerder. Het verzoek van Woudsend om de vraagstelling ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.