VR 2014/170
Bewijs van roekeloosheid in de zin van art. 6 jo. 175 WVW 1994.
HR 04-03-2014, ECLI:NL:HR:2014:470
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
4 maart 2014
- Magistraten
mrs. Van Dorst, Groos, Van den Brink
- Zaaknummer
12/03455
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Verkeersstrafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:470, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 04‑03‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:89, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑01‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 12‑04‑2013
- Wetingang
Samenvatting
4.3
Ingevolge bestendige rechtspraak kan in cassatie slechts worden onderzocht of de schuld aan een verkeersongeval in de zin van art. 6 WVW 1994 uit de gebezigde bewijsmiddelen kan worden afgeleid. Daarbij komt het aan op het geheel van de gedragingen van de verdachte, de aard en de ernst daarvan en de overige omstandigheden van het geval. Voorts verdient opmerking dat niet reeds uit de ernst van de gevolgen van verkeersgedrag dat in strijd is met één of ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.