RvdW 2022/69
Verbintenissenrecht. Onteigeningsprocedure. Toezegging Staat tot aanleggen brug; gehoudenheid toezegging na te komen; maatstaf; art. 6:2 lid 2 BW.
HR 24-12-2021, ECLI:NL:HR:2021:1957
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
24 december 2021
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, C.E. du Perron, M.J. Kroeze, F.J.P. Lock, G.C. Makkink
- Zaaknummer
20/01764
- Conclusie
A-G mr. W.L. Valk
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Algemene beginselen van behoorlijk bestuur
Verbintenissenrecht / Algemeen
Onteigeningsrecht / Onteigening
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:1957, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 24‑12‑2021
ECLI:NL:PHR:2021:587, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑06‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 17‑07‑2020
- Wetingang
Art. 6:2 lid 2 BW
Essentie
Verbintenissenrecht. Onteigeningsprocedure. Toezegging Staat tot aanleggen brug; gehoudenheid toezegging na te komen; maatstaf; art. 6:2 lid 2 BW.
Samenvatting
Onder bijzondere omstandigheden kan het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zijn om van de Staat nakoming van een in het kader van een onteigeningsprocedure gedane toezegging te verlangen (art. 6:2 lid 2 BW). Zo kan een wijziging van omstandigheden meebrengen dat naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid nakoming van de toezegging niet langer mag worden verlangd. Uit ABRvS 29 mei 2019 (Amsterdamse dakopbouw) volgt dat het bij de beoordeling van de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.