NJ 2012/593
Handel in paintballwapens. Beroep op schending art. 7 EVRM kan niet voor het eerst in cassatie worden gedaan. Geen verschoonbare dwaling. Nietigheid dagvaarding onbegrijpelijk.
HR 09-10-2012, ECLI:NL:HR:2012:BX4096
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
9 oktober 2012
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, W.F. Groos, J. Wortel
- Zaaknummer
10/03061
- Conclusie
A-G mr. G. Knigge
- LJN
BX4096
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Bijzonder strafrecht / Wapens en munitie
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Staatsrecht / Rechtspraak
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2012:BX4096, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑10‑2012
ECLI:NL:HR:2012:BX4096, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 09‑10‑2012
Beroepschrift, Hoge Raad, 23‑12‑2011
- Wetingang
Essentie
1. Het hof heeft terecht aangenomen dat een (verbindende) wettelijke regeling bestaat waarop de strafbaarheid van de handel in paintballwapens kan worden gegrond. De klacht dat het hof heeft miskend dat deze regeling zodanig ondoorzichtig is dat voor de verdachte niet voorzienbaar was dat zijn handelen strafbaar was, kan niet tot cassatie leiden omdat zodanig beroep op schending van art. 7 EVRM niet voor het eerst in cassatie kan worden gedaan.
2. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte bewust de grenzen van de wetgeving heeft opgezocht en overschreden. Daarin ligt als zijn oordeel besloten dat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.