RvdW 2017/694
Art. 81 lid 1 RO. Wet Bopz. Machtiging tot voortgezet verblijf na conversie voorwaardelijke machtiging in voorlopige machtiging. Samenhang met 16/06239.
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
16 juni 2017
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, A.H.T. Heisterkamp, G. Snijders, G. de Groot , T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
17/00776
- Conclusie
A-G mr. F.F. Langemeijer
- Folio weergave
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Bescherming meerderjarige
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:1109, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 16‑06‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:460, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑05‑2017
Essentie
Art. 81 lid 1 RO. Wet Bopz. Machtiging tot voortgezet verblijf na conversie voorwaardelijke machtiging in voorlopige machtiging. Samenhang met 16/06239.
Partij(en)
[betrokkene], te [woonplaats], verzoeker tot cassatie, adv.: mr. M.E. Bruning,
tegen
de officier van justitie in het arrondissement Oost-Nederland, te Zwolle, verweerder in cassatie, niet verschenen.
Conclusie
Conclusie A-G mr. F.F. Langemeijer:
1. Feiten en procesverloop
1.1
Bij beschikking van de rechtbank Overijssel van 21 juli 2016 is ten aanzien van verzoeker tot cassatie (hierna: betrokkene) een nieuwe voorwaardelijke machtiging verleend voor de duur van vier maanden.
1.2.
Op 12 augustus 2016 is betrokkene onvrijwillig ...