Einde inhoudsopgave
Algemene wet bestuursrecht
Artikel 5:44 [Una via]
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2009
- Bronpublicatie:
25-06-2009, Stb. 2009, 264 jo Stb. 2009, 265 (uitgifte: 30-06-2009, kamerstukken: 31124)
25-06-2009, Stb. 2009, 264 jo Stb. 2009, 265 (uitgifte: 30-06-2009, kamerstukken: 29702)
- Inwerkingtreding
01-07-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-06-2009, Stb. 2009, 266 (uitgifte: 30-06-2009, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Handhaving algemeen
Fiscaal bestuursrecht / Boete
1.
Het bestuursorgaan legt geen bestuurlijke boete op indien tegen de overtreder wegens dezelfde gedraging een strafvervolging is ingesteld en het onderzoek ter terechtzitting is begonnen, dan wel een strafbeschikking is uitgevaardigd.
2.
Indien de gedraging tevens een strafbaar feit is, wordt zij aan de officier van justitie voorgelegd, tenzij bij wettelijk voorschrift is bepaald, dan wel met het openbaar ministerie is overeengekomen, dat daarvan kan worden afgezien.
3.
Voor een gedraging die aan de officier van justitie moet worden voorgelegd, legt het bestuursorgaan slechts een bestuurlijke boete op indien:
- a.
de officier van justitie aan het bestuursorgaan heeft medegedeeld ten aanzien van de overtreder van strafvervolging af te zien, of
- b.
het bestuursorgaan niet binnen dertien weken een reactie van de officier van justitie heeft ontvangen.