De dwangsom in het burgerlijk recht
Einde inhoudsopgave
De dwangsom in het burgerlijk recht (BPP nr. V) 2006/25.3.1:25.3.1 Bestaande dwangsomschuld
De dwangsom in het burgerlijk recht (BPP nr. V) 2006/25.3.1
25.3.1 Bestaande dwangsomschuld
Documentgegevens:
Mr. M.B. Beekhoven van den Boezem, datum 19-12-2006
- Datum
19-12-2006
- Auteur
Mr. M.B. Beekhoven van den Boezem
- JCDI
JCDI:ADS374345:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Wat betreft de bestaande dwangsomschuld moet uit art. 6:157 lid 1 BW aldus worden afgeleid dat deze niet mee overgaat wanneer de hoofdschuld wordt overgenomen. Parallel aan hetgeen ik overwoog ten aanzien van de cessie van de bestaande dwangsomvordering, is de inhoud van deze bepaling begrijpelijk: de bestaande dwangsomschuld is een schuld die in beginsel een zelfstandig bestaan leidt. Dit houdt in dat het lot van deze zelfstandige geldschuld in principe niet van het lot van de hoofdschuld afhankelijk is.