Einde inhoudsopgave
Wet op het financieel toezicht
Artikel 3:281a [Intragroepsovereenkomsten]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2016
- Bronpublicatie:
24-06-2015, Stb. 2012, 679 jo Stb. 2015, 278 (uitgifte: 09-07-2015, kamerstukken: 34100)
13-12-2012, Stb. 2012, 679 jo Stb. 2015, 278 (uitgifte: 21-12-2012, kamerstukken: 33273)
- Inwerkingtreding
01-01-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
10-07-2015, Stb. 2015, 309 (uitgifte: 28-07-2015, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
De Nederlandsche Bank betrekt in het aanvullende toezicht, bedoeld in artikel 3:281, onder andere intragroepsovereenkomsten en -posities tussen de aan dat toezicht onderworpen verzekeraar en:
- a.
met die verzekeraar verbonden ondernemingen;
- b.
in die verzekeraar deelnemende ondernemingen;
- c.
ondernemingen die zijn verbonden met de ondernemingen, bedoeld in onderdeel b; en
- d.
natuurlijke personen die een deelneming bezitten in:
- 1°
die verzekeraar of een daarmee verbonden onderneming;
- 2°
een in die verzekeraar deelnemende onderneming;
- 3°
een onderneming die is verbonden met een onderneming als bedoeld onder 2°.
2.
De verzekeraar, bedoeld in het eerste lid, aanhef, dient periodiek binnen de daartoe vastgestelde termijnen een rapportage bij de Nederlandsche Bank in waarin zijn opgenomen overeenkomsten en posities voor zover die van significante betekenis zijn.
3.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld met betrekking tot de inhoud, de verstrekking, de modellen en de periodiciteit van de rapportage.
4.
Indien uit de intragroepsovereenkomsten en -posities blijkt dat de solvabiliteit van de verzekeraar, bedoeld in het eerste lid, aanhef, in gevaar is of zou kunnen komen, neemt de Nederlandsche Bank maatregelen jegens die verzekeraar.