NJB 2015/416:Belediging die iemand mondeling in zijn tegenwoordigheid is aangedaan, art. 266 Sr: hierbij moet een uitlating als beledigend worden beschouwd indien zij de strekking heeft die ander aan te randen in zijn eer en goede naam. Het oordeel dat daarvan sprake is zal bij woorden waarvan het gebruik op zichzelf in het algemeen niet beledigend is, afhangen van de context waarin de uitlating is gedaan. In casu motivering hof toereikend dat de woorden ‘jij bent een mierenneuker’, daarmee het gezag van de optredende politieagent ondermijnend, in de context in casu de strekking had de agent in zijn eer en goede naam aan te tasten