Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsregeling Belastingdienst 2003
Artikel 3a
Geldend
Geldend vanaf 30-04-2021. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-01-2021
- Bronpublicatie:
26-04-2021, Stcrt. 2021, 12238 (uitgifte: 29-04-2021, regelingnummer: 2020-0000019688)
- Inwerkingtreding
30-04-2021, terugwerkend tot: 01-01-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-04-2021, Stcrt. 2021, 12238 (uitgifte: 29-04-2021, regelingnummer: 2020-0000019688)
- Vakgebied(en)
Belastingrecht algemeen / Organisatie Belastingdienst
1.
De in artikel 3, tweede lid, onderdelen a en b, genoemde organisatieonderdelen zijn mede belast met de heffing en invordering van de belasting van personenauto's en motorrijwielen, tenzij:
- a.
de belasting wordt voldaan door de vergunninghouder, bedoeld in artikel 8 van de Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992, of
- b.
teruggaaf op verzoek wordt verleend.
2.
De in artikel 3, tweede lid, onderdelen a en b, genoemde organisatieonderdelen zijn mede belast met de heffing en invordering van de omzetbelasting, indien artikel 7, zesde lid, of artikel 17h, tweede of derde lid, van de Wet op de omzetbelasting 1968 toepassing vindt.