Einde inhoudsopgave
Regeling voorschriften bloedvoorziening
Artikel 8
Geldend
Geldend vanaf 08-02-2005
- Bronpublicatie:
31-01-2005, Stcrt. 2005, 25 (uitgifte: 04-02-2005, regelingnummer: GMT/MT2551254)
- Inwerkingtreding
08-02-2005
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
31-01-2005, Stcrt. 2005, 25 (uitgifte: 04-02-2005, regelingnummer: GMT/MT2551254)
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht / Geneeskundige behandeling
1.
De Bloedvoorzieningsorganisatie meldt aan de met het toezicht op de naleving van de Wet inzake bloedvoorziening belaste ambtenaar ernstige ongewenste voorvallen in verband met het inzamelen, testen, bewerken, opslaan en distribueren van bloed en bloedbestanddelen die de kwaliteit en de veiligheid ervan kunnen beïnvloeden, alsook ernstige ongewenste bijwerkingen die tijdens of na een transfusie worden geconstateerd en die kunnen worden toegeschreven aan de kwaliteit en de veiligheid van het bloed en de bloedbestanddelen. De melding vindt plaats volgens de procedure, bedoeld in artikel 29, onder i, van de Richtlijn en op de daar bedoelde wijze.
2.
De Bloedvoorzieningsorganisatie beschikt over een nauwkeurige, snelle en verifieerbare procedure om bloed en bloedbestanddelen die met een melding als bedoeld in het eerste lid in verband worden gebracht, aan de distributie te onttrekken.