Deze zaak hangt samen met de zaken 10/02428 en 10/02429 tegen verdachte, waarin ik heden eveneens concludeer.
HR, 17-04-2012, nr. 10/02427
ECLI:NL:HR:2012:BV9067
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
17-04-2012
- Zaaknummer
10/02427
- Conclusie
Mr. Silvis
- LJN
BV9067
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:PHR:2012:BV9067, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 17‑04‑2012
Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2012:BV9067
ECLI:NL:HR:2012:BV9067, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 17‑04‑2012; (Cassatie)
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2012:BV9067
- Vindplaatsen
Conclusie 17‑04‑2012
Mr. Silvis
Partij(en)
Nr. 10/024271.
Mr. Silvis
Zitting 7 februari 2012
Conclusie inzake:
[Verdachte]
1.
Verdachte is bij arrest van 6 mei 2010 door het gerechtshof te 's-Hertogenbosch wegens 1. en 2. telkens "Medeplegen van opzettelijk een ontploffing teweegbrengen, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten is", 3. "Handelen in strijd met artikel 13, eerste lid van de Wet wapens en munitie", 4. "Diefstal door twee of meer verenigde personen", 5. "Diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels", en 6. "Bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht" veroordeeld tot een taakstraf, bestaande uit een werkstraf, van 150 uur, subsidiair 75 dagen hechtenis, met aftrek, en een taakstraf, bestaande uit een leerstraf, van 52 uur, subsidiair 26 dagen hechtenis, alsmede tot een gevangenisstraf van drie maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaar, en met de bijzondere voorwaarde als in het arrest omschreven. Het hof heeft voorts de vordering van één benadeelde partij toegewezen en de vorderingen van twee andere benadeelde partijen niet-ontvankelijk verklaard.
2.
Namens de verdachte heeft mr. G. Spong, advocaat te Amsterdam, een middel van cassatie voorgesteld.
3.
Het middel klaagt dat de inzendtermijn in cassatie is overschreden.
4.
Het middel is terecht voorgesteld. Op 11 mei 2010 is beroep in cassatie ingesteld en de stukken zijn eerst op 11 februari 2001, negen maanden later, bij de Hoge Raad ingekomen. De redelijke termijn is derhalve overschreden. Gelet echter op de opgelegde straf, bestaande uit twee taakstraffen, een werkstraf van 150 uur en een leerstraf van 52 uur, en een voorwaardelijke gevangenisstraf, meen ik dat in deze zaak de overschrijding dient te leiden tot strafvermindering. De Hoge Raad kan de straf verminderen in de mate die hem goeddunkt.
5.
Gronden waarop de Hoge Raad gebruik zou moeten maken van zijn bevoegdheid de bestreden uitspraak ambtshalve te vernietigen heb ik niet aangetroffen.
6.
Deze conclusie strekt tot vernietiging van de bestreden uitspraak, doch uitsluitend voor wat betreft de strafoplegging, tot vermindering van de straf in de mate die de Hoge Raad goeddunkt, en tot verwerping van het beroep voor het overige.
De Procureur-Generaal
bij de Hoge Raad der Nederlanden
AG
Voetnoten
Voetnoten Conclusie 17‑04‑2012
Uitspraak 17‑04‑2012
Inhoudsindicatie
Gegronde klacht overschrijding redelijke termijn in cassatie.
Partij(en)
17 april 2012
Strafkamer
nr. S 10/02427
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 6 mei 2010, nummer 20/004065-08, in de strafzaak tegen:
[Verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1985, wonende te [woonplaats].
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. G. Spong, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Silvis heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest, doch uitsluitend wat betreft de strafoplegging, tot vermindering van de straf en tot verwerping van het beroep voor het overige.
2. Beoordeling van het middel
2.1.
Het middel klaagt dat de redelijke termijn als bedoeld in art. 6, eerste lid, EVRM in de cassatiefase is overschreden omdat de stukken te laat door het Hof zijn ingezonden.
2.2.
Het middel is gegrond. Dit moet leiden tot vermindering van de aan de verdachte opgelegde taakstraf van 150 uren, subsidiair 75 dagen hechtenis.
3. Slotsom
Nu de Hoge Raad geen grond aanwezig oordeelt waarop de bestreden uitspraak ambtshalve zou behoren te worden vernietigd, brengt hetgeen hiervoor is overwogen mee dat als volgt moet worden beslist.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden uitspraak, maar uitsluitend wat betreft het aantal uren te verrichten taakstraf en de duur van de vervangende hechtenis;
vermindert het aantal uren taakstraf en de duur van de vervangende hechtenis in die zin dat deze 142 uren, subsidiair 71 dagen hechtenis, bedraagt;
verwerpt het beroep voor het overige.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren B.C. de Savornin Lohman en Y. Buruma, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken op 17 april 2012.