NJ 1928, p. 112
HR, 05-12-1927
HR 05-12-1927, ECLI:NL:HR:1927:249
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
5 december 1927
- Magistraten
Mrs. Jhr. de Savornin Lohman, Savelberg, Jhr. Feith, Taverne en Van Dijck.
- Zaaknummer
[051927/NJ_1928,_p._112]
- Conclusie
Mr. Van Lier
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS123123:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1927:249, Uitspraak, Hoge Raad, 05‑12‑1927
- Wetingang
(Sv art. 273.)
Samenvatting
Het hooren van den verdachte, vermeld in art. 273, derde lid, Sv., is niet op straffe van nietigheid voorgeschreven en het verzuim daarvan brengt ook naar zijn aard geen nietigheid mede. (Vaste rechtspraak, zie concl. Adv.-Gen.).
Het tweede middel van cassatie mist feitelijken grondslag.
Voorgaande uitspraak
Op het beroep van L. P. E., requirante van cassatie tegen een arrest, te haren laste gewezen van het Gerechtshof te ‘s-Gravenhage van 11 Juli 1927, waarbij in hooger beroep, met gedeeltelijke overneming der gronden, is bevestigd een vonnis der Arr.-Rechtbank te Rotterdam van 31 Maart 1927, bij welk vonnis de requirante ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.