Einde inhoudsopgave
Regeling verwijdering PCB's
Artikel 4.1
Geldend
Geldend vanaf 08-05-2002
- Redactionele toelichting
Deze wijziging treedt tegelijk in werking met art. I, onderdeel A, van de Wet van 21-06-2001, Stb. 346.
- Bronpublicatie:
27-03-2002, Stcrt. 2002, 62 (uitgifte: 28-03-2002, regelingnummer: DGM/SAS2002026861)
- Inwerkingtreding
08-05-2002
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-05-2002, Stb. 2002, 206 (uitgifte: 01-01-2002, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Algemeen
Omgevingsrecht / Milieu
1.
Apparaten die meer dan vijf kubieke decimeter PCB's bevatten of sterkstroomcondensatoren waarvan het totaal van de gecombineerde afzonderlijke onderdelen meer dan vijf kubieke decimeter PCB's bevatten, worden door de houder aangemeld bij de inspecteur.
2.
De houder van een apparaat als bedoeld in het eerste lid, stelt de inspecteur in kennis van reinigings- of verwijderingshandelingen ten aanzien van het PCB’s-bevattende apparaat.
3.
Elk apparaat dat overeenkomstig het eerste lid is aangemeld, alsmede de deur van de ruimte waarin het apparaat zich bevindt, is voorzien van de aanduiding, bedoeld in bijlage II; deze aanduiding wordt verwijderd zodra het apparaat is verwijderd en wordt vervangen door de aanduiding als aangegeven in bijlage I zodra het apparaat is gereinigd.
4.
Indien het een apparaat betreft, waarvan mag worden aangenomen dat de daarin aanwezige vloeistoffen tussen 50 en 0,5 mg/kg PCB's bevatten, bepaald volgens EN 12766-1: uitgave 2000, mag, in afwijking van het eerste lid, het apparaat worden aangemeld zonder het verstrekken van de gegevens, bedoeld in het zesde lid, onder 3° en 4°; het apparaat is in dat geval voorzien van de aanduiding, genoemd in bijlage III.
5.
Op de reiniging van een apparaat als bedoeld in het vierde lid, is artikel 2.2, tweede lid, van overeenkomstige toepassing.
6.
De melding, bedoeld in het eerste en tweede lid, bevat in elk geval de volgende gegevens:
- 1°
naam, adres en handtekening van de houder,
- 2°
plaats en omschrijving van het apparaat,
- 3°
de hoeveelheid PCB's in het apparaat,
- 4°
de datum waarop reiniging of vervanging plaats heeft en
- 5°
datum van de melding.
7.
De inspecteur registreert de gegevens, bedoeld in het zesde lid, op een daartoe strekkend formulier.