De dwangsom in het burgerlijk recht
Einde inhoudsopgave
De dwangsom in het burgerlijk recht (BPP nr. V) 2006/5.2:5.2 De periode vóór 1933
De dwangsom in het burgerlijk recht (BPP nr. V) 2006/5.2
5.2 De periode vóór 1933
Documentgegevens:
Mr. M.B. Beekhoven van den Boezem, datum 19-12-2006
- Datum
19-12-2006
- Auteur
Mr. M.B. Beekhoven van den Boezem
- JCDI
JCDI:ADS379166:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
De subsidiaire geldveroordelingen waarmee men trachtte vóór invoering van de wettelijke dwangsomveroordeling rechterlijke veroordelingen af te dwingen, zagen slechts deels op het vergoeden van toekomstige schade. Een surplus was ertoe bestemd om van de subsidiaire geldveroordeling een stimulerende werking uit te doen gaan. In het Nederlands burgerlijk recht was en is een dergelijk 'aansporend' element in de schadevergoeding niet gebruikelijk. Het is dan ook niet verwonderlijk dat deze praktijk van het uitspreken van oneigenlijke schadevergoedingsveroordelingen van verschillende kanten op verzet stuitte; het invoeren van de wettelijke dwangsomregeling kwam in belangrijke mate voort uit de wens om deze praktijk een halt toe te roepen. In de Toelichting op de wettelijke regeling van 1932 werd uitdrukkelijk vermeld dat de dwangsom van de schadevergoeding moest worden onderscheiden.