Rb. Gelderland, 26-02-2014, nr. 2357836
ECLI:NL:RBGEL:2014:1822
- Instantie
Rechtbank Gelderland
- Datum
26-02-2014
- Zaaknummer
2357836
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBGEL:2014:1822, Uitspraak, Rechtbank Gelderland, 26‑02‑2014; (Eerste aanleg - enkelvoudig)
Uitspraak 26‑02‑2014
Inhoudsindicatie
Volgens artikel 431a Rv gaat de bevoegdheid tot tenuitvoerlegging van een executoriale titel op een ander over na betekening van deze overgang aan de geëxecuteerde. Uit de tekst van de wet blijkt niet dat nadere bewijsstukken, zoals een (uittreksel van de) akte van cessie, dienen te worden meebetekend. De analogie met artikel 3:94 BW brengt ook mee dat voor de rechtsovergang van de vordering een enkele mededeling daarvan aan de schuldenaren voldoende is.
Partij(en)
vonnis
RECHTBANK GELDERLAND
Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaakgegevens 2357836 \ CV EXPL 13-13436 \ 1045
uitspraak van
vonnis
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid IDM Finance B.V. (rechtsopvolger van IDM Leasemaatschappij B.V.)
gevestigd te Amsterdam
eisende partij
gemachtigde Agin Timmermans Goes
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Fortunate Travel B.V.
gevestigd te Arnhem
gedaagde partij
gemachtigde mr.drs. J. Hemelaar
Partijen worden hierna IDM Finance en Fortunate Travel genoemd.
1. De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 4 september 2013 met producties
- de conclusie van antwoord met een productie
- de conclusie van repliek met producties
- de conclusie van dupliek.
2. De feiten
2.1.
Bij verstekvonnis van 24 september 1997 van de kantonrechter te Utrecht zijn [persoon A] (hierna: [persoon A]) en [persoon B] (hierna: [persoon B]) hoofdelijk veroordeeld tot betaling van een geldsom aan IDM Leasemaatschappij B.V. Dit vonnis is op 9 oktober 1997 aan [persoon A] en [persoon B] betekend.
2.2.
Bij exploot van 6 maart 2013 is de rechtsovergang van de vordering naar IDM Finance en daarmee de bevoegdheid om de voorschreven executoriale titel ten uitvoer te leggen aan [persoon A] en [persoon B] aangezegd.
2.3.
Bij exploot van 3 mei 2013 heeft IDM Finance, als rechtsopvolgster van IDM Leasemaatschappij B.V., ten laste van onder meer [persoon A] executoriaal derdenbeslag doen leggen onder Fortunate Travel op al hetgeen Fortunate Travel aan [persoon A] verschuldigd was of zou worden. Tegelijk met het derdenbeslag is aan Fortunate Travel een formulier voor het doen van de derdenverklaring, als bedoeld in artikel 475 lid 2 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (hierna: Rv) betekend.
3. De vordering en het verweer
3.1.
IDM Finance vordert de veroordeling van Fortunate Travel tot betaling van € 17.751,49, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 4 september 2013 tot aan de dag der algehele voldoening, met veroordeling van Fortunate Travel in de kosten van de onderhavige procedure.
3.2.
IDM Finance legt het volgende aan haar vordering ten grondslag. Op Fortunate Travel rust, ingevolge artikel 476 a lid 1 Rv, de verplichting om na ommekomst van vier weken nadat het beslag is gelegd de ingevulde en ondertekende derdenverklaring aan de met de executie belaste deurwaarder te retourneren. Fortunate Travel heeft, ondanks daartoe te zijn gesommeerd, niet aan die verplichting voldaan. IDM Finance vordert daarom dat Fortunate Travel ingevolge artikel 477 a lid 1 RV zal worden veroordeeld tot betaling van het bedrag waarvoor het beslag is gelegd als ware zij daarvan zelf schuldenaar. Nu het derdenbeslag is gelegd voor een vordering van € 17.122,08 en de bijgekomen rente en executiekosten € 629,41 bedragen, maakt IDM Finance aanspraak op een bedrag van € 17.751,49. Tevens vordert IDM Finance de wettelijke rente en de buitengerechtelijke kosten.
3.3.
Fortunate Travel voert gemotiveerd verweer. Op de stellingen van partijen zal hierna worden ingegaan.
4. De beoordeling
4.1.
Uit artikel 431a Rv volgt dat als de bevoegdheid tot tenuitvoerlegging van een executoriale titel op een ander overgaat, de executie pas kan worden aangevangen of voortgezet na betekening van deze overgang aan de geëxecuteerde. Uit de tekst van de wet blijkt niet dat nadere bewijsstukken, zoals een (uittreksel van de) akte van cessie, dienen te worden meebetekend. De analogie met artikel 3:94 BW brengt ook mee dat voor de rechtsovergang van de vordering een enkele mededeling daarvan aan de schuldenaren voldoende is. Wel biedt artikel 3:94 lid 4 BW de mogelijkheid aan personen tegen wie het recht moet worden uitgeoefend dat bewijsstukken van de cessie kunnen worden opgevraagd, maar deze hoeven in eerste instantie niet te worden toegezonden. Dit betekent dat, nu IDM Finance de rechtsovergang van de vordering bij exploot heeft aangezegd aan (onder meer) [persoon A], is voldaan aan de vereisten van 431a Rv voor de overgang van executiebevoegdheid.
4.2.
Wat betreft het verweer van Fortunate Travel dat uit de door IDM Finance overgelegde koopovereenkomst van 21 januari 2005 niet blijkt of onderhavige vordering van IDM Leasemaatschappij BV is gecedeerd aan IDM Finance BV, oordeelt de kantonrechter als volgt. Uit artikel 1.1a van de overeenkomst blijkt dat ‘het geheel van rechten en verplichtingen van IDM en IDM Lease voortvloeiende uit de overeenkomsten, die ten grondslag liggen aan de in bijlage 1 vermelde vorderingen van IDM en IDM Lease’ is overgedragen aan IDM Finance (toen nog genaamd Eurofintus BV). Bijlage 1 is niet in het geding gebracht. Volgens artikel 1.2 van de overeenkomst is sprake van een juridische overdracht, mits medewerking door wederpartijen wordt verkregen als bedoeld in artikel 6:159 BW. In het geval geen medewerking wordt verleend, is sprake van een economische overdracht. De brief die daartoe aan de wederpartijen is gericht is als bijlage 2 aan de overeenkomst gehecht, maar deze is niet in het geding gebracht. Nu de bijlages 1 en 2 niet zijn overgelegd, is niet duidelijk of onderhavige vordering aan IDM Finance is gecedeerd.
4.3.
Gelet op het voorgaande wordt IDM Finance in de gelegenheid gesteld om, ter onderbouwing van haar stelling dat onderhavige vordering aan haar is gecedeerd, bij akte de bijlages 1 en 2 behorende bij de koopovereenkomst van 21 januari 2005 over te leggen op de rol van woensdag 19 maart 2014. Tevens dient IDM Finance aan te geven of medewerking is verleend als bedoeld in artikel 6:159 BW.
4.4.
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.
5. De beslissing
De kantonrechter
5.1.
bepaalt dat IDM Finance in de gelegenheid wordt gesteld om op de rol van woensdag 19 maart 2014 om 11.30 uur een akte in te dienen, zoals vermeld in rechtsoverweging 4.3;
5.2.
houdt verder iedere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door de kantonrechter mr. B.J. Engberts en in het openbaar uitgesproken op