NJ 1938/1019
Het voeren van een verweer steunend op art. 76 Arbeidswet en de eisen van art. 358, lid 3 Sv.
HR 16-05-1938, ECLI:NL:HR:1938:244, m.nt. Prof.mr. W.P.J. Pompe
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
16 mei 1938
- Magistraten
Mrs. Visser, Taverne, de Menthon Bake, Servatius en van der Meulen
- Zaaknummer
[16051938/NJ_1938_1019]
- Conclusie
Mr. Wijnveldt
- Noot
Prof.mr. W.P.J. Pompe
- JCDI
JCDI:ADS105944:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1938:244, Uitspraak, Hoge Raad, 16‑05‑1938
- Wetingang
Essentie
Het voeren van een verweer steunend op art. 76 Arbeidswet en de eisen van art. 358, lid 3 Sv.
Samenvatting
De grief, dat de Rechtb. ten onrechte het door haar gewezen verstekvonnis en het daarbij bekrachtigde vonnis van den Kantonr. niet in hun geheel heeft vernietigd, wijl het laatst gemelde vonnis niet het den req. telastegelegde bevatte, is ongegrond, daar ‘s Kantonrechters vonnis mondeling is gewezen, voor welk geval, ingevolge art. 398, 6° Sv. i. v. m. de Ministerieele voorschriften, voor den inhoud der t.l.l. verwijzing naar de dagv. in de Aanteekening van het vonnis is toegelaten, welke verwijzing ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.