Einde inhoudsopgave
Algemene uitvoeringsregeling stimulering duurzame energieproductie en klimaattransitie
Artikel 7k
Geldend
Geldend vanaf 05-05-2022
- Redactionele toelichting
Voorheen art. 7j. Art. 7k (oud) vernummerd tot art. 7l.
- Bronpublicatie:
21-04-2022, Stcrt. 2022, 11413 (uitgifte: 04-05-2022, regelingnummer: WJZ/ 22007309)
- Inwerkingtreding
05-05-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-04-2022, Stcrt. 2022, 11413 (uitgifte: 04-05-2022, regelingnummer: WJZ/ 22007309)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
Bijzonder strafrecht / Economisch strafrecht
Energierecht (V)
1.
Dit artikel is van toepassing indien een subsidie-ontvanger met een productie-installatie koolstofdioxide afvangt en permanent opslaat of gebruikt, waarbij gebruik wordt gemaakt van gasvormig transport van koolstofdioxide en van een basisinfrastructuur voor koolstofdioxide.
2.
De subsidie-ontvanger meet elke kalendermaand de hoeveelheid koolstofdioxide die wordt ingevoed in de basisinfrastructuur voor koolstofdioxide volgens de meetvoorwaarden, opgenomen in bijlage 9, en draagt er zorg voor dat deze uiterlijk twintig dagen na afloop van de kalendermaand aan de Minister wordt overgedragen.
3.
De meting, bedoeld in het tweede lid, wordt gedaan op de grens tussen de productie-installatie en de gedeelde voorzieningen van de basisinfrastructuur voor koolstofdioxide.
4.
De subsidie-ontvanger draagt er zorg voor dat de meting, bedoeld in het tweede lid, plaatsvindt bij alle productie-installaties die aangesloten zijn op de basisinfrastructuur voor koolstofdioxide.
5.
Indien de subsidie-ontvanger met een productie-installatie koolstofdioxide afvangt en permanent opslaat, stelt de Minister de hoeveelheid koolstofdioxide die voor subsidie in aanmerking komt per productie-installatie vast door de hoeveelheid koolstofdioxide die in de basisinfrastructuur voor koolstofdioxide permanent wordt opgeslagen te verdelen naar rato van de geleverde koolstofdioxide, uitgedrukt in 1.000 kg koolstofdioxide, over de productie-installaties die aangesloten zijn op de desbetreffende basisinfrastructuur voor koolstofdioxide.
6.
Indien er sprake is van meerdere productie-installaties met één aansluiting op een basisinfrastructuur voor koolstofdioxide en van meerdere subsidie-ontvangers wijzen de subsidie-ontvangers voor de meting, bedoeld in het tweede lid, tezamen één meetbedrijf aan.
7.
Indien een subsidie-ontvanger is aangesloten op een basisinfrastructuur voor koolstofdioxide waar zowel productie-installaties voor de afvang en de permanente opslag van koolstofdioxide als productie-installaties voor de afvang en het gebruik van koolstofdioxide zijn aangesloten, verstrekt hij uiterlijk tien dagen na afloop van de kalendermaand aan het meetbedrijf, bedoeld in het vijfde lid, een overzicht over welk deel van de totale hoeveelheid koolstofdioxide permanent is opgeslagen en welk deel van de productie nuttig is aangewend.