Hof Arnhem-Leeuwarden, 02-05-2014, nr. ks 21-005629-13
ECLI:NL:GHARL:2014:3619
- Instantie
Hof Arnhem-Leeuwarden
- Datum
02-05-2014
- Zaaknummer
ks 21-005629-13
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:GHARL:2014:3619, Uitspraak, Hof Arnhem-Leeuwarden, 02‑05‑2014; (Hoger beroep)
Cassatie: ECLI:NL:HR:2015:549, Niet ontvankelijk
Uitspraak 02‑05‑2014
Inhoudsindicatie
Poging verkrachting (ad 1) en poging doodslag (ad 2) garagebox in Almere. 1. Vrijspraak voltooide verkrachting (1 primair). Ondanks aangetroffen DNA-materiaal van verdachte op schaamlippen aangeefster geen bewijs van seksueel binnendringen. Wel, gelet op samenstel van feiten en omstandigheden, begin van uitvoering verkrachting. Bewezenverklaring poging verkrachting (1 subsidiair). 2. Vrijspraak poging gekwalificeerde doodslag (2 primair). Geen wettig en overtuigend bewijs voor instrumenteel oogmerk a.b.i. art. 288 Sr. Bewezenverklaring poging doodslag (2 subsidiair). Verschillende wijzen van (ver)wurgingen hebben de aanmerkelijke kans in het leven geroepen dat aangeefster kwam te overlijden (voorwaardelijk opzet). Straf: 8 jaar gevangenisstraf. Toewijzing vordering benadeelde partij, met onder meer een bedrag van € 17.500,- als vergoeding voor de geleden immateriële schade.
Partij(en)
Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-005629-13
Uitspraak d.d.: 2 mei 2014
TEGENSPRAAK
Promis
Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Midden-Nederland, locatie Lelystad, van 31 mei 2013 met parketnummer 07-660156-12 in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [1981],
ingeschreven staand en thans verblijvende PI Flevoland - HvB Almere Binnen, 1332 BX Almere, Caissonweg 2.
1. Het hoger beroep
De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
2. Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 18 april 2014 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot veroordeling van de verdachte ter zake van het onder 1 primair en 2 primair ten laste gelegde tot een gevangenisstraf voor de duur van 9 jaren en tot toewijzing van de vordering van de benadeelde partij tot een bedrag van € 20.782,07. Deze op schrift gestelde vordering van de advocaat-generaal is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsman,
mr. R.A. van der Horst, naar voren is gebracht.
3. Het vonnis waarvan beroep
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen omdat het tot een andere bewijsbeslissing komt en daarom opnieuw rechtdoen.
4. De tenlastelegging
Aan verdachte is – na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in eerste aanleg en in hoger beroep – tenlastegelegd dat:
1 primair:hij op of omstreeks 27 april 2012 in de gemeente [gemeente] door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [benadeelde] heeft gedwongen tot het ondergaan van (een) handeling(en) die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [benadeelde], hebbende verdachte meermalen, in ieder geval eenmaal, zijn, verdachtes, penis en/of zijn, verdachtes, vinger(s) en/of zijn, verdachtes, tong en/of (een) voorwerp(en) in/op/tegen de schaamlip(pen) en/of vagina van die [benadeelde] gehad en/of gebracht, in ieder geval één of meerdere handelingen verricht, waardoor zijn, verdachtes, spermavloeistof en/of speekselvloeistof en/of celmateriaal en/of lichaamsvloeistof op/in/tussen die schaamlip(pen) en/of vagina is aangebracht en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) hierin dat hij, verdachte, meermalen, in ieder geval eenmaal, (met kracht)
- de garage(box) waarin hij, verdachte, en/of die [benadeelde] zich bevonden heeft dichtgedaan en/of
- heeft getracht die [benadeelde] te zoenen en/of
- die [benadeelde] de woorden heeft toegevoegd: "Hoe lang heb je geen seks gehad?", althans woorden van gelijke aard of strekking en/of
- zijn, verdachtes, broek naar beneden heeft gedaan en/of
- zijn, verdachtes, (stijve) penis heeft getoond aan die [benadeelde] en/of
- achter die [benadeelde] is aangerend en/of
- die [benadeelde] bij het lichaam heeft vastgepakt en/of
- die [benadeelde] aan de haren en/of aan het lichaam heeft (mee) getrokken en/of
- een telefoon uit de handen van die [benadeelde] heeft geslagen en/of (daarbij) die [benadeelde] de woorden heeft toegevoegd: "Niet bellen", althans woorden van gelijke aard of strekking en/of
- op het hoofd van die [benadeelde] heeft gestompt en/of geslagen, waardoor die [benadeelde] ten val kwam en/of terwijl die [benadeelde] zich op de grond bevond en/of
- een touw/koord en/of een rubberen slang en/of (een) startkabel(s) om de nek van die [benadeelde] heeft gedaan/gewikkeld en/of (vervolgens) (met kracht) aan dat touw/koord en/of die rubberen slang en/of die startkabel(s) heeft getrokken en/of getrokken heeft gehouden, waardoor die [benadeelde] (telkens) het bewustzijn heeft verloren, in ieder geval geen of nauwelijks adem kon halen en/of
- die [benadeelde] bij de nek/keel heeft vastgepakt en/of (vervolgens) (met kracht) de keel van die [benadeelde] heeft dichtgeknepen, waardoor die [benadeelde] (telkens) het bewustzijn heeft verloren, in ieder geval geen of nauwelijks adem kon halen,
terwijl hij, verdachte, en/of die [benadeelde] zich in een afgesloten garage(box) bevonden, en/of (aldus) voor die [benadeelde] een bedreigende situatie heeft doen ontstaan;
1 subsidiair:hij op of omstreeks 27 april 2012 in de gemeente [gemeente] ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [benadeelde] te dwingen tot het ondergaan van (een) handeling(en) die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [benadeelde], immers is/heeft hij, verdachte, meermalen, in ieder geval eenmaal, (met kracht)
- de garage(box) waarin hij, verdachte, en/of die [benadeelde] zich bevonden dichtgedaan en/of
- getracht die [benadeelde] te zoenen en/of
- die [benadeelde] de woorden toegevoegd: "Hoe lang heb je geen seks gehad?", althans woorden van gelijke aard of strekking en/of
- zijn, verdachtes, broek naar beneden gedaan en/of
- zijn, verdachtes, (stijve) penis getoond aan die [benadeelde] en/of
- achter die [benadeelde] aangerend en/of
- die [benadeelde] bij het lichaam vastgepakt en/of
- die [benadeelde] aan de haren en/of aan het lichaam (mee) getrokken en/of
- een telefoon uit de handen van die [benadeelde] geslagen en/of (daarbij) die [benadeelde] de woorden toegevoegd: "Niet bellen", althans woorden van gelijke aard of strekking en/of
- op het hoofd van die [benadeelde] gestompt en/of geslagen, waardoor die [benadeelde] ten val kwam en/of terwijl die [benadeelde] zich op de grond bevond en/of
- een touw/koord en/of een rubberen slang en/of (een) startkabel(s) om de nek van die [benadeelde] gedaan/gewikkeld en/of (vervolgens) aan dat touw/koord en/of die rubberen slang en/of die startkabel(s) getrokken en/of getrokken gehouden, waardoor die [benadeelde] (telkens) het bewustzijn heeft verloren, in ieder geval geen of nauwelijks adem kon halen en/of
- die [benadeelde] bij de nek/keel vastgepakt en/of (vervolgens) de keel van die [benadeelde] dichtgeknepen, waardoor die [benadeelde] (telkens) het bewustzijn heeft verloren, in ieder geval geen of nauwelijks adem kon halen,
terwijl hij, verdachte, en/of die [benadeelde] zich in een afgesloten garage(box) bevonden, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
1 meer subsidiair:hij op of omstreeks 27 april 2012 in de gemeente [gemeente], ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [benadeelde] te dwingen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handeling(en), immers is/heeft hij, verdachte, meermalen, in ieder geval eenmaal, (met kracht)
- de garage(box) waarin hij, verdachte, en/of die [benadeelde] zich bevonden dichtgedaan en/of
- getracht die [benadeelde] te zoenen en/of
- die [benadeelde] de woorden toegevoegd: "Hoe lang heb je geen seks gehad?", althans woorden van gelijke aard of strekking en/of
- zijn, verdachtes, broek naar beneden gedaan en/of
- zijn, verdachtes, (stijve) penis getoond aan die [benadeelde] en/of
- achter die [benadeelde] aangerend en/of
- die [benadeelde] bij het lichaam vastgepakt en/of
- die [benadeelde] aan de haren en/of aan het lichaam (mee) getrokken en/of
- een telefoon uit de handen van die [benadeelde] geslagen en/of (daarbij) die [benadeelde] de woorden toegevoegd: "Niet bellen", althans woorden van gelijke aard of strekking en/of
- op het hoofd van die [benadeelde] gestompt en/of geslagen, waardoor die [benadeelde] ten val kwam en/of terwijl die [benadeelde] zich op de grond bevond en/of
- een touw/koord en/of een rubberen slang en/of (een) startkabel(s) om de nek van die [benadeelde] gedaan/gewikkeld en/of (vervolgens) aan dat touw/koord en/of die rubberen slang en/of die startkabel(s) getrokken en/of getrokken gehouden, waardoor die [benadeelde] (telkens) het bewustzijn heeft verloren, in ieder geval geen of nauwelijks adem kon halen en/of
- die [benadeelde] bij de nek/keel vastgepakt en/of (vervolgens) de keel van die [benadeelde] dichtgeknepen, waardoor die [benadeelde] (telkens) het bewustzijn heeft verloren, in ieder geval geen of nauwelijks adem kon halen,
terwijl hij, verdachte, en/of die [benadeelde] zich in een afgesloten garage(box) bevonden, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2 primair:hij op of omstreeks 27 april 2012 in de gemeente [gemeente] ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk [benadeelde] van het leven te beroven, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid, welke poging tot vorenomschreven doodslag werd gevolgd, vergezeld en/of voorafgegaan van enig strafbaar feit, te weten (poging tot) verkrachting en/of feitelijke aanranding van de eerbaarheid, en welke poging tot doodslag werd gepleegd met het oogmerk om de uitvoering van dat feit voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf straffeloosheid te verzekeren, immers is/heeft verdachte opzettelijk meermalen, in ieder geval eenmaal, (met kracht)
- de garage(box) waarin hij, verdachte, en/of die [benadeelde] zich bevonden dichtgedaan en/of
- getracht die [benadeelde] te zoenen en/of
- die [benadeelde] de woorden toegevoegd: "Hoe lang heb je geen seks gehad?", althans woorden van gelijke aard of strekking en/of
- zijn, verdachtes, broek naar beneden gedaan en/of
- zijn, verdachtes, (stijve) penis getoond aan die [benadeelde] en/of
- achter die [benadeelde] aangerend en/of
- die [benadeelde] bij het lichaam vastgepakt en/of
- die [benadeelde] aan de haren en/of aan het lichaam (mee) getrokken en/of
- een telefoon uit de handen van die [benadeelde] geslagen en/of (daarbij) die [benadeelde] de woorden toegevoegd: "Niet bellen", althans woorden van gelijke aard of strekking en/of
- op het hoofd van die [benadeelde] gestompt en/of geslagen, waardoor die [benadeelde] ten val kwam en/of terwijl die [benadeelde] zich op de grond bevond en/of
- een touw/koord en/of een rubberen slang en/of (een) startkabel(s) om de nek van die [benadeelde] gedaan/gewikkeld en/of (vervolgens) aan dat touw/koord en/of die rubberen slang en/of die startkabel(s) getrokken en/of getrokken gehouden, waardoor die [benadeelde] (telkens) het bewustzijn heeft verloren, in ieder geval geen of nauwelijks adem kon halen en/of
- die [benadeelde] bij de nek/keel vastgepakt en/of (vervolgens) de keel van die [benadeelde] dichtgeknepen, waardoor die [benadeelde] (telkens) het bewustzijn heeft verloren, in ieder geval geen of nauwelijks adem kon halen,
terwijl hij, verdachte, en/of die [benadeelde] zich in een afgesloten garage(box) bevonden, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2 subsidiair:hij op of omstreeks 27 april 2012 in de gemeente [gemeente] ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk [benadeelde] van het leven te beroven, met dat opzet, meermalen, in ieder geval eenmaal, (met kracht)
- de garage(box) waarin hij, verdachte, en/of die [benadeelde] zich bevonden heeft dichtgedaan en/of
- achter die [benadeelde] is aangerend en/of
- die [benadeelde] bij het lichaam heeft vastgepakt en/of
- die [benadeelde] aan de haren en/of aan het lichaam heeft (mee) getrokken en/of
- op het hoofd van die [benadeelde] heeft gestompt en/of geslagen, waardoor die [benadeelde] ten val kwam en/of terwijl die [benadeelde] zich op de grond bevond en/of
- een touw/koord en/of een rubberen slang en/of (een) startkabel(s) om de nek van die [benadeelde] heeft gedaan/gewikkeld en/of (vervolgens) aan dat touw/koord en/of die rubberen slang en/of die startkabel(s) heeft getrokken en/of getrokken gehouden, waardoor die [benadeelde] (telkens) het bewustzijn heeft verloren, in ieder geval geen of nauwelijks adem kon halen en/of
- die [benadeelde] bij de nek/keel heeft vastgepakt en/of (vervolgens) de keel van die [benadeelde] heeft dichtgeknepen, waardoor die [benadeelde] (telkens) het bewustzijn heeft verloren, in ieder geval geen of nauwelijks adem kon halen,
terwijl hij, verdachte, en/of die [benadeelde] zich in een afgesloten garage(box) bevonden, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2 meer subsidiair:hij op of omstreeks 27 april 2012 in de gemeente [gemeente] ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan een persoon genaamd [benadeelde], opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet meermalen, in ieder geval eenmaal, (met kracht)
- achter die [benadeelde] is aangerend en/of
- die [benadeelde] bij het lichaam heeft vastgepakt en/of
- die [benadeelde] aan de haren en/of aan het lichaam heeft (mee) getrokken en/of
- op het hoofd van die [benadeelde] heeft gestompt en/of geslagen, waardoor die [benadeelde] - ten val kwam en/of terwijl die [benadeelde] zich op de grond bevond en/of
- een touw/koord en/of een rubberen slang en/of (een) startkabel(s) om de nek van die [benadeelde] heeft gedaan/gewikkeld en/of (vervolgens) aan dat touw/koord en/of die rubberen slang en/of die startkabel(s) heeft getrokken en/of getrokken gehouden, waardoor die [benadeelde] (telkens) het bewustzijn heeft verloren, in ieder geval geen of nauwelijks adem kon halen en/of
- die [benadeelde] bij de nek/keel heeft vastgepakt en/of (vervolgens) de keel van die [benadeelde] heeft dichtgeknepen, waardoor die [benadeelde] (telkens) het bewustzijn heeft verloren, in ieder geval geen of nauwelijks adem kon halen,
terwijl hij, verdachte, en/of die [benadeelde] zich in een afgesloten garage(box) bevonden, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
5. Vrijspraak 1 primair (verkrachting)
Onder 1 primair is aan verdachte ten laste gelegd dat hij aangeefster [benadeelde] heeft verkracht. Anders dan de advocaat-generaal is het hof van oordeel dat geen wettige en overtuigende bewijsmiddelen voorhanden zijn aan de hand waarvan met voldoende zekerheid kan worden vastgesteld dat er daadwerkelijk sprake is geweest van het seksueel binnendringen van het lichaam van aangeefster door verdachte.
Wel blijkt uit vergelijkend Y-chromosomaal DNA-onderzoek van twee sporen uit de bemonsteringen van respectievelijk de binnenste en buitenste schaamlippen van aangeefster met het DNA-profiel van verdachte, dat de Y-chromosomale DNA-profielen van deze twee sporen en het Y-chromosomale DNA-profiel van verdachte matchen. Dit leidt evenwel niet tot een ander oordeel omtrent de bewijsbaarheid van de tenlastegelegde verkrachting omdat de bewijswaarde van een Y-chromosomale DNA-match (zeer) klein is en voorts omdat niet met voldoende zekerheid kan worden vastgesteld dat de sporen op de schaamlippen daar rechtstreeks door toedoen van verdachte zijn terechtgekomen. Derhalve zal verdachte worden vrijgesproken van de onder 1 primair ten laste gelegde verkrachting.
6. Vrijspraak 2 primair (gekwalificeerde poging doodslag)
Onder 2 primair is aan verdachte ten laste gelegd dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan een gekwalificeerde poging doodslag. Verdachte wordt verweten dat hij gepoogd heeft aangeefster om het leven te brengen met als oogmerk – kortweg – de voorbereiding of vergemakkelijking van een zedendelict dan wel aan zichzelf straffeloosheid te verzekeren. Anders dan de advocaat-generaal is het hof van oordeel dat zodanig oogmerk niet wettig en overtuigend kan worden bewezen. Gelet hierop zal verdachte worden vrijgesproken van het onder 2 primair ten laste gelegde.
Het hof overweegt in dit verband dat de steller van de tenlastelegging onder 2 subsidiair de niet gekwalificeerde poging doodslag heeft opgenomen en begrijpt hieruit dat het de kennelijke bedoeling is geweest het primaire verwijt te beperken tot de wel gekwalificeerde variant. Om die reden zal de vraag of een bewezenverklaring kan volgen ter zake van poging doodslag onder 2 subsidiair aan de orde komen.
7. Feitenvaststelling ten behoeve van bewijsoverwegingen onder 8. en 9.
Onder 8. en 9. volgen bewijsoverwegingen met betrekking tot respectievelijk de poging verkrachting en de poging doodslag. Beide bewijsoverwegingen zijn gebaseerd op onderstaande feitenvaststelling van hetgeen er is voorgevallen tussen verdachte en aangeefster op 27 april 2012.
Het raam aan de bestuurderskant van de auto van aangeefster is stuk. Verdachte, een buurman van aangeefster, heeft zijn eigen garagebedrijf en aangeefster heeft met verdachte de afspraak gemaakt dat verdachte het raam van haar auto zal repareren. Op vrijdagavond 27 april 2012 omstreeks 21.15 uur komt verdachte bij aangeefster aan de deur van haar woning en vertelt haar dat hij nu wel tijd heeft om haar auto te maken. Aangeefster is hierdoor verrast, maar ze besluit het aanbod te accepteren. Samen rijden ze in de auto van aangeefster naar de garagebox op het bedrijventerrein waar verdachte zijn garage heeft.
Verdachte rijdt de auto van aangeefster zijn garage binnen. Hij vertelt aangeefster dat hij haar al een tijdje ‘ziet zitten’, dat hij gaat scheiden van zijn vrouw en hij nodigt haar uit om mee te gaan naar Spanje. Verdachte probeert daarbij aangeefster te zoenen. Hij wordt door haar tegengehouden en weggeduwd, waarbij aangeefster hem wijst op de auto die hij zou gaan maken. Verdachte gaat aan de slag met het portier en aangeefster maakt van de gelegenheid gebruik om haar auto te stofzuigen. Op enig moment sluit verdachte de garagedeur. Verdachte gaat vervolgens in de garage naar boven en beantwoordt de vraag van aangeefster waarom hij naar boven gaat met de opmerking “even opladen”.
Als verdachte terugkomt bij de auto waar aangeefster nog steeds aan het stofzuigen is, vraagt hij aan aangeefster hoelang zij geen seks heeft gehad. Aangeefster kijkt op en ziet de ontblote en stijve penis van verdachte. Zijn broek is naar beneden tot halverwege zijn bovenbenen. Verdachte drukt met zijn bovenlichaam tegen aangeefster aan. Aangeefster schrikt en schreeuwt dat verdachte moet ophouden en kruipt vluchtend in haar auto van de passagiersstoel naar de bestuurdersstoel. Via het bestuurdersportier stapt zij uit en rent naar de gesloten garagedeur. Vervolgens rent ze een paar rondjes om de auto, om te voorkomen dat verdachte haar kan pakken. Aangeefster probeert te bellen, maar verdachte slaat de telefoon uit haar handen en zegt haar dat ze niet mag bellen. Verdachte rent achter aangeefster aan en pakt haar aan haar haren beet. Hij trekt haar mee. Aangeefster weet los te komen en rent nogmaals naar de deur. Daar hangt een touw en aangeefster probeert daarmee tevergeefs de deur open te krijgen. Verdachte doet vervolgens datzelfde touw met een paar slagen om de nek van aangeefster, trekt het touw strak aan vraagt haar of “ze wil voelen”. Aangeefster smeekt verdachte te stoppen. Daarna sleurt verdachte haar mee richting een rubberen slang. Hij geeft haar daarbij met zijn vuist een paar klappen op haar hoofd. Aangeefster houdt haar armen voor haar gezicht om de klappen af te weren en komt daarbij ten val, waarna verdachte haar op de grond met zijn handen probeert te wurgen. Aangeefster verzet zich. Verdachte probeert aangeefster vervolgens met een rubberen slang te wurgen. Aangeefster vecht om niet dood te gaan. Daarna raakt aangeefster bewusteloos. Het eerstvolgende dat aangeefster zich herinnert, is dat ze wakker wordt en een ambulancebroeder ziet. In het verzet van aangeefster bij de laatste verwurgingshandelingen van verdachte bijt aangeefster het topje van de pink van verdachte af. Dit leidt tot fors bloedverlies bij verdachte. Nadien wordt vastgesteld dat aangeefster onder meer letsel aan haar tanden heeft.
Omstreeks 22.20 uur op diezelfde avond tankt getuige [getuige], een politieagent, op dat moment buiten dienst, samen met zijn broer een auto af bij een tankstation vlakbij de garagebox van verdachte. Hij hoort daar boven de achtergrondmuziek van het tankstation uit het gegil van een vrouw. Hij loopt richting de garagebox van verdachte en hoort nogmaals een vrouwenstem die dan zegt: “doe het niet, niet doen, niet doen”. Hij hoort aan de stem dat de vrouw geëmotioneerd en bang is. [getuige] probeert naar binnen te kijken, ziet dat het licht in de garagebox aan is en ziet een schaduw langslopen. Hij belt daarop – omstreeks 22.25 uur – 112. Hij neemt wat afstand en ziet na 5 minuten dat een manspersoon, verdachte, naar buiten komt lopen. Om 22.31 uur belt [getuige] nogmaals de meldkamer om dit door te geven.
De politie komt ter plaatse en spreekt verdachte aan. Verdachte wordt gevraagd waar de vrouw is. Hij zegt dan dat er niemand in de garage is. Als men verdachte confronteert met de waargenomen vrouwenstem verklaart hij dat zijn buurvrouw in de garage is geweest. Men gaat kijken en tussen de auto’s wordt aangeefster buiten bewustzijn aangetroffen. Ze ligt op haar buik, met haar gezicht recht op de grond. Om haar heen ligt bloed. Aangeefster wordt omgedraaid en omdat men geen dan wel een zwakke ademhaling waarneemt, wordt door de verbalisanten een AED aangesloten, in de kennelijke verwachting zij reanimatie zal behoeven. Tevens wordt vastgesteld dat aangeefster haar urine heeft laten lopen. Verdachte wordt aangehouden.
8. Bewijsoverweging 1 subsidiair (poging verkrachting)
Het hof heeft in het voorgaande vastgesteld dat verdachte aangeefster heeft geprobeerd te zoenen en zich – na het sluiten van de garagedeur – korte tijd heeft afgezonderd om zich “even op te laden”. Daarop heeft hij aangeefster zonder dat zij dat zag benaderd en gevraagd hoe lang zij geen seks had gehad. Toen aangeefster daarop opkeek, zag zij de verdachte met een ontblote en stijve penis en zijn broek halverwege zijn bovenbenen, en vervolgens voelde zij dat verdachte met zijn bovenlichaam tegen haar aandrukte. Verdachte heeft de vluchtende aangeefster achtervolgd, haar belet te bellen door haar telefoon uit haar handen te slaan, heeft haar vastgepakt en haar aan haar haren mee getrokken.
Dit samenstel van feiten en omstandigheden kan naar het oordeel van het hof niet anders worden gezien dan een begin van uitvoering van verkrachting en uit dit samenstel van feiten en omstandigheden leidt het hof af dat verdachte opzet heeft gehad op de uitvoering van verkrachting van aangeefster. Het hof acht poging tot verkrachting aldus bewezen.
In aansluiting hierop overweegt het hof nog het volgende.
Verdachte heeft tegen aangeefster na voormelde gang van zaken nog een aantal geweldshandelingen uitgeoefend. Van deze geweldshandelingen kan naar het oordeel van het hof niet worden vastgesteld dat deze ook nog gericht waren op het bewerkstelligen van het verkrachten van aangeefster. Het hof beschouwt deze gewelddadige (vervolg)handelingen als zijnde onderdeel van de hierna te bespreken poging doodslag. Voor zover deze handelingen ten laste zijn gelegd onder 1 subsidiair, zal verdachte hiervan worden vrijgesproken.
9. Bewijsoverweging 2 subsidiair (poging doodslag)
Door de verdediging is betoogd dat de handelingen van verdachte geen poging doodslag opleveren, nu er van voorwaardelijk opzet op de dood geen sprake is geweest.
Het hof overweegt hieromtrent als volgt.
Vooropgesteld zij dat het hof bij de beoordeling van de door verdachte uitgeoefende geweldshandelingen – in overeenstemming met wat hierboven is overwogen – een afbakening aanbrengt ten opzichte van de handelingen van verdachte die het hof aanmerkt als instrumenteel aan de poging tot verkrachting. Bij de beoordeling of de geweldshandelingen van verdachte een poging doodslag opleveren zal derhalve alleen worden gekeken naar het slaan door verdachte met zijn vuisten tegen het hoofd van aangeefster en de (ver)wurgingshandelingen van verdachte met zijn handen, met een touw en met een slang.
Uit het dossier volgt niet dat verdachte zogenoemd ‘vol’ opzet had op de dood van aangeefster. Blijft over de vraag of verdachte voorwaardelijk opzet had op de dood van aangeefster.
Voorwaardelijk opzet op een bepaald gevolg – in casu de dood van aangeefster – is aanwezig indien de verdachte zich willens en wetens heeft blootgesteld aan de aanmerkelijke kans dat dat gevolg zal intreden. Voor de vaststelling dat de verdachte zich willens en wetens heeft blootgesteld aan zulk een kans is niet alleen vereist dat de verdachte wetenschap heeft van de aanmerkelijke kans dat het gevolg zal intreden, maar ook dat hij die kans ten tijde van de gedraging bewust heeft aanvaard (op de koop toe heeft genomen). De beantwoording van de vraag of de gedraging de aanmerkelijke kans op een bepaald gevolg in het leven roept, is afhankelijk van de omstandigheden van het geval, waarbij betekenis toekomt aan de aard van de gedraging en de omstandigheden waaronder deze is verricht. Bepaalde gedragingen kunnen naar hun uiterlijke verschijningsvorm worden aangemerkt als zo zeer gericht op een bepaald gevolg dat het – behoudens contra-indicaties – niet anders kan zijn dan dat de verdachte de aanmerkelijke kans op het desbetreffende gevolg heeft aanvaard.
Naar algemene ervaringsregels roept het met de handen hard knijpen in de nek en het dichtknijpen van de keel de aanmerkelijke kans in het leven dat dat slachtoffer daardoor komt te overlijden. In de nek bevinden zich meerdere (verbindingen) van vitale organen en voor wat betreft de hals kan het dichtknijpen van de keel leiden tot zuurstofgebrek in de hersenen en uiteindelijk overlijden, alsmede tot fatale kwetsuren aan het strottenhoofd. Dit geldt te meer wanneer voor het (ver)wurgen een touw of een slang wordt gebruikt, nu hierbij de op de nek en hals/keel uitgeoefende druk nog groter kan zijn en niet althans minder controleerbaar is en er om die reden (nog) eerder een fatale beschadiging kan optreden. Hierbij wordt meegewogen dat in casu drie wurgpogingen in zeer korte tijd hebben plaatsgevonden en aangeefster meermalen van haar adem is beroofd, waarbij aangeefster ook nog enkele vuistslagen tegen haar hoofd heeft gekregen. Aangeefster heeft het bewustzijn ook daadwerkelijk verloren, haar urine laten lopen en had – toen verbalisanten arriveerden nog een dermate zwakke ademhaling dat zij haar – in afwachting van de ambulance – aan een AED aansloten.
Nu het algemene ervaringsregels betreft wordt een ieder – en dus ook verdachte – geacht wetenschap te hebben van het bestaan van deze aanmerkelijke kans. De hierboven omschreven verschillende wijzen van (ver)wurgen, in samenhang beschouwd met de korte tijdsduur waarbinnen deze plaatsvonden en de vuistslagen in het gezicht van aangeefster, zijn naar de uiterlijke verschijningsvorm zozeer gericht op het intreden van de dood, dat hieruit volgt dat verdachte die aanmerkelijke kans ook heeft aanvaard. Van contra-indicaties waaruit zou blijken dat verdachte die aanmerkelijke kans niet heeft aanvaard, is niet gebleken.
Op grond van voorgaande wordt geconcludeerd dat verdachte door dit handelen de aanmerkelijke kans in het leven heeft geroepen dat aangeefster zou komen te overlijden, gelet waarop tot een bewezenverklaring van het onder 2 subsidiair ten laste gelegde wordt gekomen.
10. Bewezenverklaring
Door wettige bewijsmiddelen, waarbij de inhoud van elk bewijsmiddel – ook in onderdelen – slechts wordt gebezigd tot het bewijs van dat tenlastegelegde feit waarop het blijkens de inhoud kennelijk betrekking heeft, en waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, acht het hof wettig bewezen en heeft het hof de overtuiging verkregen, dat verdachte het onder 1 subsidiair en 2 subsidiair tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande, dat:
1 subsidiair:hij op 27 april 2012 in de gemeente [gemeente] ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om door geweld of andere feitelijkheden of bedreiging met geweld of andere feitelijkheden [benadeelde] te dwingen tot het ondergaan van handelingen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [benadeelde], immers heeft hij, verdachte
- de garagebox waarin hij, verdachte, en die [benadeelde] zich bevonden dichtgedaan en
- getracht die [benadeelde] te zoenen en
- die [benadeelde] de woorden toegevoegd: "Hoe lang heb je geen seks gehad?" en
- zijn, verdachtes, broek naar beneden gedaan en
- zijn, verdachtes, stijve penis getoond aan die [benadeelde] en
- achter die [benadeelde] aangerend en
- die [benadeelde] bij het lichaam vastgepakt en
- die [benadeelde] aan de haren mee getrokken en
- een telefoon uit de handen van die [benadeelde] geslagen en daarbij die [benadeelde] de woorden toegevoegd: "Niet bellen",
terwijl hij, verdachte, en die [benadeelde] zich in een afgesloten garagebox bevonden, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2 subsidiair:hij op 27 april 2012 in de gemeente [gemeente] ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk [benadeelde] van het leven te beroven, met dat opzet
- op het hoofd van die [benadeelde] heeft gestompt, waardoor die [benadeelde] ten val kwam en
- een touw en een rubberen slang om de nek van die [benadeelde] heeft gedaan en vervolgens aan dat touw en die rubberen slang heeft getrokken en gehouden, waardoor die [benadeelde] geen adem kon halen en
- die [benadeelde] bij de nek heeft vastgepakt en vervolgens de keel van die [benadeelde] heeft dichtgeknepen, waardoor die [benadeelde] geen adem kon halen,
terwijl hij, verdachte, en die [benadeelde] zich in een afgesloten garagebox bevonden, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.
11. Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het onder 1 subsidiair bewezen verklaarde levert op:
poging tot verkrachting.
Het onder 2 subsidiair bewezen verklaarde levert op:
poging tot doodslag.
12. Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.
13. Oplegging van straf
De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft aangeefster eerst geprobeerd te verkrachten en vervolgens geprobeerd te doden. Aangeefster kende verdachte als buurman en garagehouder en was in goed vertrouwen met hem meegegaan, omdat verdachte haar auto zou repareren. Dit vertrouwen heeft verdachte in zeer ernstige mate beschaamd. In zijn werkplaats heeft hij eerst getracht aangeefster te verkrachten en vervolgens, toen de verkrachting door weerstand van aangeefster op niets uitliep, haar te doden. Ook daartegen heeft aangeefster zich uit alle macht verweerd, zozeer zelfs dat zij daarbij een deel van de pink van verdachte heeft afgebeten. Vervolgens heeft verdachte aangeefster in bewusteloze toestand laten liggen en ontkent hij haar aanwezigheid als door zeer alert reageren van een getuige de politie ter plaatse komt. Het is niet aan het optreden van verdachte te danken geweest dat aangeefster het gebeurde heeft overleefd.
Naar algemene ervaringsregels plegen delicten als deze buitengewoon traumatisch te zijn. Dat dit ook hier het geval is geweest volgt overtuigend en glashelder uit de schriftelijke slachtofferverklaring van aangeefster, die ter terechtzitting van het hof door haar zus is voorgelezen. Zo heeft een fysiotherapeut aangeefster opnieuw moeten leren hoe ze haar nek moest gebruiken. Thans – zo’n twee jaar na dato – is aangeefster nog steeds onder behandeling van een psycholoog en een fysiotherapeut. Aanrakingen van anderen kan ze niet meer verdragen. Haar relatie is nadien verbroken. Verdachte heeft een andere vrouw van aangeefster gemaakt, zo stelt zij in haar schriftelijke slachtofferverklaring. Bij de strafoplegging wordt rekening gehouden met deze gevolgen voor aangeefster.
Voorts wordt bij de strafoplegging rekening gehouden met het de verdachte betreffende uittreksel justitiële documentatie d.d. 20 maart 2014, waaruit blijkt – hetgeen ter terechtzitting door de advocaat-generaal nog is verduidelijkt – dat verdachte in 2005 onherroepelijk is veroordeeld wegens feitelijke aanranding van de eerbaarheid en wederrechtelijk binnendringen in een woning van een toenmalige buurvrouw, tot een voorwaardelijke gevangenisstraf en een taakstraf.
Verdachte heeft in eerste instantie verklaard dat er andere mannen in de garage zouden zijn geweest, met wie hij gevochten had en waarbij hij het topje van zijn pink had verloren. Deze mannen zouden verantwoordelijk zijn voor wat aangeefster was overkomen. Nadien heeft verdachte zijn verklaring bijgesteld en heeft hij verklaard aangeefster slechts eenmaal te hebben geslagen, omdat zij bij een ruzie het topje van zijn pink had afgebeten. Een verklaring voor het letsel dat bij aangeefster is vastgesteld heeft hij niet gegeven. Uit het hiervoor overwogene mag duidelijk zijn dat het hof aan de verklaring van verdachte, in welke variant ook, geen enkel geloof hecht. Wel heeft verdachte hiermee duidelijk gemaakt dat hij geen enkele verantwoordelijkheid neemt voor hetgeen hij aangeefster heeft aangedaan, hetgeen – naar de ervaring leert – juist voor slachtoffers van zedendelicten extra leed pleegt te genereren.
Gelet op het voorgaande, in onderling verband en samenhang bezien, wordt een gevangenisstraf voor de duur van 8 jaren passend en geboden geacht. Er kan, gelet op de ernst van de delicten en de consequenties die de delicten hebben gehad voor aangeefster, niet worden volstaan met een andere strafmodaliteit of een gevangenisstraf van kortere duur. Hiermee wordt ten voordele van verdachte afgeweken van vordering van de advocaat-generaal, die een gevangenisstraf voor de duur van 9 jaren had gevorderd. De reden hiervoor is dat niet – anders dan door de advocaat-generaal gevorderd – tot een bewezenverklaring van het onder 1 primair en 2 primair ten laste gelegde wordt gekomen, hetgeen (nog) zwaardere delicten betreft.
14. Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]
De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 20.782,07. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen tot een bedrag van € 11.061,18. De benadeelde partij heeft zich ter terechtzitting in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van haar oorspronkelijke vordering.
Materiële schade
De verdediging heeft de vordering van de benadeelde partij voor wat betreft de materiële schade betwist ten aanzien van de posten schade aan de auto en huishoudelijke hulp. Met de verdediging ziet het hof niet in hoeverre de schade aan de auto rechtstreekse schade betreft en in hoeverre er bij de post ‘huishoudelijke hulp’ daadwerkelijk sprake is geweest van gemaakte kosten. Ten aanzien van deze posten zal de benadeelde partij derhalve niet-ontvankelijk worden verklaard, nu behandeling van dit deel van de vordering een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert. Voor het overige is uit het onderzoek ter terechtzitting voldoende gebleken dat de materiele schade rechtstreeks is geleden door het bewezenverklaarde handelen van verdachte, gelet waarop de vordering zal worden toegewezen tot een bedrag van € 1.061,18.
Immateriële schade
De benadeelde partij heeft om een immateriële schadevergoeding gevraagd van € 17.500,-. De verdediging heeft – zonder nadere motivering – verzocht om in lijn met de rechtbank te beslissen en het bedrag vast te stellen op € 10.000,-. Gelet op de gevolgen die de delicten voor aangeefster hebben gehad en het ontbreken van een inhoudelijke betwisting, vermag het hof niet in te zien waarom hier het bedrag van € 17.500,- niet kan worden toegewezen, nu het schade betreft die is onderbouwd, het hof alleszins redelijk voorkomt en rechtstreeks is geleden door de benadeelde partij ten gevolge van het handelen van verdachte.
Ten aanzien van de materiele en immateriële schade (totaal: € 18.561,18) wordt de verdachte verwezen in de door de benadeelde partij te maken kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging. Voorts is verdachte gehouden tot vergoeding van de wettelijke rente. Om te bevorderen dat de schade door verdachte wordt vergoed, zal de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht worden opgelegd op de hierna te noemen wijze.
15. Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 36f, 45, 57, 242 en 287 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 1 primair en 2 primair ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1 subsidiair en 2 subsidiair ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1 subsidiair en 2 subsidiair bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 8 (acht) jaren.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, of artikel 27a van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]
Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [benadeelde] ter zake van het onder 1 subsidiair, 2 subsidiair bewezen verklaarde tot het bedrag van € 18.561,18 (achttienduizend vijfhonderdeenenzestig euro en achttien cent) bestaande uit
€ 1.061,18 (duizend eenenzestig euro en achttien cent) materiële schade en € 17.500,00 (zeventienduizend vijfhonderd euro) immateriële schade en veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
Verklaart de benadeelde partij in haar vordering voor het overige niet-ontvankelijk en bepaalt dat zij in zoverre haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Bepaalt dat voormeld toegewezen bedrag aan materiële schadevergoeding vermeerderd wordt met de wettelijke rente vanaf 27 april 2012 tot aan de dag der algehele voldoening.
Bepaalt dat voormeld toegewezen bedrag aan immateriële schadevergoeding vermeerderd wordt met de wettelijke rente vanaf 27 april 2012 tot aan de dag der algehele voldoening.
Verwijst de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [benadeelde], een bedrag te betalen van € 18.561,18 (achttienduizend vijfhonderdeenenzestig euro en achttien cent) bestaande uit € 1.061,18 (duizend eenenzestig euro en achttien cent) materiële schade en € 17.500,00 (zeventienduizend vijfhonderd euro) immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 127 (honderdzevenentwintig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee zijn verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
Aldus gewezen door
mr. W. Foppen, voorzitter,
mr. H.M.E. Tebbenhoff Rijnenberg en mr. J.A.A.M. van Veen, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. S.G.H. van Krugten, griffier,
en op 2 mei 2014 ter openbare terechtzitting uitgesproken.