RvdW 2017/995
Verstekverlening. Oordeel dat ondanks ontbreken grieven de zaak inhoudelijk behandeld diende te worden is niet juist, in aanmerking genomen dat de schriftelijke volmacht van de advocaat aan een griffiemedewerker om hoger beroep in te stellen niet voldoet aan de daarvoor geldende eisen, alsmede dat verdachte noch een gemachtigde raadsman ter terechtzitting in hoger beroep is verschenen. Vgl. HR 22 december 2009, NJ 2010/102, HR 20 maart 2012, NJ 2012/426 en HR 22 januari 2013, NJ 2013/75.
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
19 september 2017
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J de Hullu, E.F. Faase
- Zaaknummer
15/05673
- Conclusie
A-G mr. A.E. Harteveld
- Folio weergave
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:2411, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 19‑09‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:846, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑06‑2017
Essentie
Verstekverlening. Oordeel dat ondanks ontbreken grieven de zaak inhoudelijk behandeld diende te worden is niet juist, in aanmerking genomen dat de schriftelijke volmacht van de advocaat aan een griffiemedewerker om hoger beroep in te stellen niet voldoet aan de daarvoor geldende eisen, alsmede dat verdachte noch een gemachtigde raadsman ter terechtzitting in hoger beroep is verschenen. Vgl. HR 22 december 2009, NJ 2010/102, HR 20 maart 2012, NJ 2012/426 en HR 22 januari 2013, NJ 2013/75.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het ...