Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2015/848 betreffende insolventieprocedures
Artikel 85 Verhouding tot verdragen
Geldend
Geldend vanaf 25-06-2015
- Bronpublicatie:
20-05-2015, PbEU 2015, L 141 (uitgifte: 05-06-2015, regelingnummer: 2015/848)
- Inwerkingtreding
25-06-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-05-2015, PbEU 2015, L 141 (uitgifte: 05-06-2015, regelingnummer: 2015/848)
- Vakgebied(en)
Insolventierecht / Europees insolventierecht
1.
Deze verordening treedt, wat haar toepassingsgebied en de betrekkingen tussen de lidstaten betreft, in de plaats van de tussen twee of meer lidstaten gesloten verdragen, met name van:
- a)
de Overeenkomst tussen België en Frankrijk betreffende de rechterlijke bevoegdheid, het gezag en de tenuitvoerlegging van rechterlijke beslissingen, van scheidsrechterlijke uitspraken en van authentieke akten, getekend te Parijs op 8 juli 1899;
- b)
het Verdrag inzake faillissement, akkoord en uitstel van betaling tussen België en Oostenrijk, getekend te Brussel op 16 juli 1969 (met aanvullend protocol van 13 juni 1973);
- c)
het Verdrag tussen Nederland en België betreffende de territoriale rechterlijke bevoegdheid, betreffende het faillissement en betreffende het gezag en de tenuitvoerlegging van rechterlijke beslissingen, van scheidsrechterlijke uitspraken en van authentieke akten, getekend te Brussel op 28 maart 1925;
- d)
het Verdrag tussen Duitsland en Oostenrijk inzake faillissement en akkoord, getekend te Wenen op 25 mei 1979;
- e)
het Frans-Oostenrijkse Verdrag betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen op het gebied van het faillissement, getekend te Wenen op 27 februari 1979;
- f)
het Verdrag tussen Frankrijk en Italië betreffende de tenuitvoerlegging van vonnissen in burgerlijke en handelszaken, getekend te Rome op 3 juni 1930;
- g)
het Verdrag tussen Italië en Oostenrijk inzake faillissement en akkoord, getekend te Rome op 12 juli 1977;
- h)
- i)
de Overeenkomst tussen het Verenigd Koninkrijk en België betreffende de wederzijdse tenuitvoerlegging van vonnissen in burgerlijke en handelszaken, met protocol, getekend te Brussel op 2 mei 1934;
- j)
de Overeenkomst tussen Denemarken, Finland, Noorwegen, Zweden en IJsland, betreffende het faillissement, getekend te Kopenhagen op 7 november 1933;
- k)
het Europees Verdrag betreffende bepaalde internationale aspecten van het faillissement, getekend te Istanbul op 5 juni 1990;
- l)
de Overeenkomst tussen de Federatieve Volksrepubliek Joegoslavië en het Koninkrijk Griekenland inzake de wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen, getekend te Athene op 18 juni 1959;
- m)
de Overeenkomst tussen de Federatieve Volksrepubliek Joegoslavië en de Republiek Oostenrijk inzake de wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging van scheidsrechterlijke uitspraken en regelingen in het kader van arbitrage in handelszaken, getekend te Belgrado op 18 maart 1960;
- n)
de Overeenkomst tussen de Federatieve Volksrepubliek Joegoslavië en de Republiek Italië inzake wederzijdse rechtshulp in burgerlijke en bestuurlijke zaken, getekend te Rome op 3 december 1960;
- o)
de Overeenkomst tussen de Federatieve Volksrepubliek Joegoslavië en het Koninkrijk België inzake wederzijdse rechtshulp in burgerlijke en handelszaken, getekend te Belgrado op 24 september 1971;
- p)
de Overeenkomst tussen de regeringen van Joegoslavië en Frankrijk inzake de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken, getekend te Parijs op 18 mei 1971;
- q)
het Verdrag tussen de Tsjechoslowaakse Socialistische Republiek en de Helleense Republiek inzake rechtshulp in burgerlijke en strafzaken, getekend te Athene op 22 oktober 1980, dat nog van kracht is tussen Tsjechië en Griekenland;
- r)
het Verdrag tussen de Tsjechoslowaakse Socialistische Republiek en de Republiek Cyprus inzake rechtshulp in burgerlijke en strafzaken, getekend te Nicosia op 23 april 1982, dat nog van kracht is tussen Tsjechië en Cyprus;
- s)
het Verdrag tussen de regering van de Tsjechoslowaakse Socialistische Republiek en de regering van de Franse Republiek inzake rechtshulp en de erkenning en tenuitvoerlegging van vonnissen in burgerlijke, gezins- en handelszaken, getekend te Parijs op 10 mei 1984, dat nog van kracht is tussen Tsjechië en Frankrijk;
- t)
het Verdrag tussen de Tsjechoslowaakse Socialistische Republiek en de Italiaanse Republiek inzake rechtshulp in burgerlijke en strafzaken, getekend te Praag op 6 december 1985, dat nog van kracht is tussen Tsjechië en Italië;
- u)
de Overeenkomst tussen de Republiek Letland, de Republiek Estland en de Republiek Litouwen inzake rechtshulp en rechtsbetrekkingen, getekend te Tallinn op 11 november 1992;
- v)
de Overeenkomst tussen Estland en Polen inzake rechtshulp en rechtsbetrekkingen in burgerlijke, arbeids- en strafrechtzaken, getekend te Tallinn op 27 november 1998;
- w)
de Overeenkomst tussen de Republiek Litouwen en de Republiek Polen inzake rechtshulp en rechtsbetrekkingen in burgerlijke, arbeids- en strafrechtzaken, getekend te Warschau op 26 januari 1993;
- x)
de Overeenkomst tussen de Socialistische Republiek Roemenië en de Helleense Republiek inzake rechtshulp in burgerlijke en strafzaken en bijbehorend protocol, getekend te Boekarest op 19 oktober 1972;
- y)
de Overeenkomst tussen de Socialistische Republiek Roemenië en de Franse Republiek inzake rechtshulp in burgerlijke en handelszaken, getekend te Parijs op 5 november 1974;
- z)
de Overeenkomst tussen de Volksrepubliek Bulgarije en de Helleense Republiek inzake rechtshulp in burgerlijke en strafzaken, getekend te Athene op 10 april 1976;
- aa)
de Overeenkomst tussen de Volksrepubliek Bulgarije en de Republiek Cyprus inzake rechtshulp in burgerlijke en strafzaken, getekend te Nicosia op 29 april 1983;
- ab)
de Overeenkomst tussen de regering van de Volksrepubliek Bulgarije en de regering van de Franse Republiek inzake wederzijdse rechtshulp in burgerlijke zaken, getekend te Sofia op 18 januari 1989;
- ac)
het Verdrag tussen Roemenië en de Tsjechische Republiek inzake rechtshulp in burgerlijke zaken, getekend te Boekarest op 11 juli 1994;
- ad)
het Verdrag tussen Roemenië en de Republiek Polen inzake rechtshulp en rechtsbetrekkingen in burgerlijke zaken, getekend te Boekarest op 15 mei 1999.
2.
De in lid 1 genoemde verdragen blijven rechtsgeldig voor zover zij betrekking hebben op procedures die vóór de inwerkingtreding van Verordening (EG) nr. 1346/2000 zijn geopend.
3.
Deze verordening is niet van toepassing:
- a)
in de lidstaten, voor zover zij in strijd is met verplichtingen die met betrekking tot een faillissement ontstaan uit een verdrag dat de betrokken lidstaat vóór de inwerkingtreding van Verordening (EG) nr. 1346/2000 met een of meer derde staten heeft gesloten;
- b)
in het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, voor zover zij in strijd is met verplichtingen die in verband met faillissement ontstaan uit enigerlei regelingen met het Gemenebest die bij de inwerkingtreding van Verordening (EG) nr. 1346/2000 bestonden.