Einde inhoudsopgave
Subsidieregeling stimulering herbestemming monumenten
Artikel 21 Niet-subsidiabele kosten
Geldend
Geldend van 01-11-2011 tot 01-10-2027
- Bronpublicatie:
27-09-2022, Stcrt. 2022, 25832 (uitgifte: 29-09-2022, regelingnummer: WJZ/32885190)
- Inwerkingtreding
01-11-2011
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-09-2022, Stcrt. 2022, 25832 (uitgifte: 29-09-2022, regelingnummer: WJZ/32885190)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
Ruimtelijk bestuursrecht / Monumentenzorg
1.
Niet voor subsidie komen in ieder geval in aanmerking:
- a.
kosten voor verwerving van de subsidie,
- b.
kosten van overleg,
- c.
kosten voor project- of procesmanagement,
- d.
kosten van activiteiten in de uitwerkings- of uitvoeringsfase na de subsidieverlening,
- e.
kosten van voorlichting of communicatie,
- f.
kosten voor de aanschaf van apparatuur of gereedschap ten behoeve van tijdelijke maatregelen,
- g.
kosten die de marktconforme tarieven te boven gaan,
- h.
kosten van beheers- en gebruikskosten na de voltooiing van de tijdelijke maatregelen,
- i.
kosten van uitgevoerde of voltooide tijdelijke maatregelen gemaakt voor het tijdstip van een aanvraag om subsidie, en
- j.
kosten van werkzaamheden die door de eigenaar van het monument zelf zijn verricht.
2.
Voorts komen niet voor subsidie in aanmerking kosten, voor zover die in geval van schade op grond van een verzekering worden vergoed.