Einde inhoudsopgave
Protocol nr. 16 bij het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 01-08-2018
- Bronpublicatie:
02-10-2013, Trb. 2014, 74 (uitgifte: 09-04-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-08-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-04-2018, Internet 2018, www.verdragenbank.overheid.nl (uitgifte: 12-04-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Protocol van 2 oktober 2013
Preambule
De lidstaten van de Raad van Europa en de andere Hoge Verdragsluitende Partijen bij het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, ondertekend te Rome op 4 november 1950 (hierna te noemen ‘het Verdrag’), die dit Protocol hebben ondertekend,
Gelet op de bepalingen van het Verdrag en, in het bijzonder, artikel 19 daarvan waarbij het Europees Hof voor de rechten van de mens (hierna te noemen ‘het Hof’) wordt opgericht;
Overwegende dat de uitbreiding van de bevoegdheid van het Hof adviezen uit te brengen de interactie tussen het Hof en nationale autoriteiten verder verbetert en daarmee de uitvoering van het Verdrag versterkt, in overeenstemming met het beginsel van subsidiariteit;
Gelet op opinie nr. 285 (2013) aangenomen door de Parlementaire Vergadering van de Raad van Europa op 28 juni 2013;
Zijn het volgende overeengekomen:
Verdragpartijgroep