NJB 2022/1776
Geheimhoudingsplicht, art. 272 Sr: het is niet aan de strafrechter om te beoordelen of de in deze bepaling bedoelde geheimhoudingsplicht terecht aan de verdachte is opgelegd. De taak van de strafrechter is beperkt tot een onderzoek van de vraag of de aan de verdachte opgelegde geheimhoudingsplicht formeel in overeenstemming is met de wettelijke regeling waarop de geheimhoudingsplicht is gebaseerd.
HR 12-07-2022, ECLI:NL:HR:2022:1073
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
12 juli 2022
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, E.S.G.N.A.I. van de Griend, M. Kuijer
- Zaaknummer
21/02348
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:1073, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 12‑07‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:421, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 31‑05‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 25‑10‑2021
- Wetingang
Essentie
Geheimhoudingsplicht, art. 272 Sr: het is niet aan de strafrechter om te beoordelen of de in deze bepaling bedoelde geheimhoudingsplicht terecht aan de verdachte is opgelegd. De taak van de strafrechter is beperkt tot een onderzoek van de vraag of de aan de verdachte opgelegde geheimhoudingsplicht formeel in overeenstemming is met de wettelijke regeling waarop de geheimhoudingsplicht is gebaseerd.
Uitspraak
Inleiding
Verdachte is veroordeeld omdat zij – kort gezegd – ‘een geheim waarvan zij wist dat zij uit hoofde van haar ambt, te weten gemeenteraadslid bij de gemeente Bloemendaal, verplicht was dit te bewaren, opzettelijk heeft geschonden, door ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.