NJ 1921, p. 521
HR, 28-02-1921
HR 28-02-1921, ECLI:NL:HR:1921:103
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
28 februari 1921
- Magistraten
Voorzitter: Jhr. Mr. W. H. de Savornin Lohman. Raden: Mrs. A. J. L. Nijpels, H. M. A. Savelberg, Jhr. P. L. van Meeuwen en B. Ort.
- Zaaknummer
[28021921/NJ_1921,_p._521]
- Conclusie
Mr. Besier
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS148908:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1921:103, Uitspraak, Hoge Raad, 28‑02‑1921
- Wetingang
(Sr art. 177; Sv (oud) art. 225.)
Samenvatting
Bij telastelegging van het misdrijf van art. 177 Sr. behoeft in de dagvaarding niet eene omschrijving van den ambtstaak van den ambtenaar voor te komen.
Een persoon, die, door het openbaar gezag is aangesteld in eene openbare betrekking om een deel van de taak, die de Staat en het openbaar belang aan de gemeentebesturen heeft opgedragen, te verrichten, moet als ambtenaar in den zin van art. 177 Sr. worden aangemerkt.
Het feit, dat de Pres. van het Hof na het uitspreken van een interlocutoir arrest den bekl. ten onrechte aanzegt, dat de wet hem een termijn van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.