NJ 2016/331
Oordeel van het hof dat de stappen van de terugkeerprocedure zijn doorlopen zodat een gevangenisstraf kon worden opgelegd toereikend gemotiveerd.
HR 05-07-2016, ECLI:NL:HR:2016:1409
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
5 juli 2016
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, V. van den Brink, A.L.J. van Strien
- Zaaknummer
15/00738
- Conclusie
A-G mr. W.H. Vellinga
- Noot
Red. Aant.
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS124192:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:1409, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 05‑07‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:599, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑06‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 17‑11‑2015
- Wetingang
Essentie
De rechter die een onvoorwaardelijke gevangenisstraf oplegt wegens handelen in strijd met art. 197 Sr moet in de motivering van die beslissing er blijk van geven zich ervan te hebben vergewist dat de stappen van de in de terugkeerrichtlijn vastgelegde terugkeerprocedure zijn doorlopen. Het hof heeft dat in de onderhavige zaak gedaan.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam van 11 december 2014, nummer 23/003483-13, in de strafzaak tegen: A. Adv.: mr. R.J. Baumgardt en mr. P.C.M. Ouwens, beiden te Spijkenisse.
Voorgaande uitspraak
Cassatiemiddel:
(zie ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.