NJB 2017/1188:Beneficiaire aanvaarding. Vereffening. Verdeling. Taak van de rechter. Twee van de drie erfgenamen hebben een nalatenschap beneficiair aanvaard. Twee erfgenamen stellen vorderingen in die betrekking hebben op verdeling, zonder dat de vereffening is voltooid. Het hof verklaart hen ambtshalve niet-ontvankelijk in die vorderingen. Hoge Raad: Op de erfgenaam die verdeling vordert van een beneficiair aanvaarde nalatenschap, rust in beginsel de plicht om feiten en omstandigheden te stellen waaruit kan volgen dat de schulden van de nalatenschap zijn voldaan. Is de vereffening niet voltooid of is daarover onvoldoende uitsluitsel verkregen, dan dient de rechter in overleg met partijen te onderzoeken of er mogelijkheden zijn om desondanks te beslissen op een wijze die ook voldoende rekening houdt met de belangen van schuldeisers. Daarbij kan worden gedacht aan het aanhouden van de zaak, een verdeling onder voorwaarden of een gedeeltelijke verdeling. Het hof heeft dit ten onrechte nagelaten