NJ 1951/197
Als closet ingerichte ruimte, zich bevindend binnen een aan H. toebehorend perceel, doch enkel toegankelijk van uit een aan A. behorende binnenplaats. Bezit van die ruimte. Erfdienstbaarheid; voortdurende of niet-voortdurend?
HR 27-05-1950, ECLI:NL:HR:1950:213, m.nt. Mr. D.J. Veegens
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
27 mei 1950
- Magistraten
Mrs Donner, van der Meulen, Losecaat Vermeer, Smits en de Jong
- Zaaknummer
[27051950/NJ_1951-197]
- Conclusie
Conclusie Adv.-Gen. Mr Langemeijer.
- Noot
Mr. D.J. Veegens
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS109393:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1950:213, Uitspraak, Hoge Raad, 27‑05‑1950
- Wetingang
(BW art. 556, 626, 721, 724.)
Essentie
Als closet ingerichte ruimte, zich bevindend binnen een aan H. toebehorend perceel, doch enkel toegankelijk van uit een aan A. behorende binnenplaats. Bezit van die ruimte. Erfdienstbaarheid; voortdurende of niet-voortdurend?
Samenvatting
Rechtb.: Ingevolge art. 626 B. W. behoort de eigendom van voormelde ruimte aan H., behalve als er zou zijn natrekking t.b.v. A. Hiervan is echter geen sprake, nu die ruimte niet met het perceel van A. een naar verkeersopvattingen onaischeidelijk geheel vormt. Bezit van die ruimte bij A. daarom ook niet mogelijk. Is er bezit van een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.