AB 2015/2
Onrechtmatige overheidsdaad. Aansprakelijkheid voor weigering exploitatievergunning. Relativiteit en derde-belanghebbenden.
HR 28-03-2014, ECLI:NL:HR:2014:767, m.nt. C.N.J. Kortmann (raambordelen Amsterdam)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
28 maart 2014
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, C.E. Drion, G. de Groot, M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
13/00355
- Conclusie
A-G mr. L.A.D. Keus
- Noot
C.N.J. Kortmann
- Roepnaam
raambordelen Amsterdam
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS919698:1
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Algemene beginselen van behoorlijk bestuur
Bestuursrecht algemeen / Overheid en privaatrecht
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Bestuursprocesrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:767, Uitspraak, Hoge Raad, 28‑03‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:6, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑01‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 11‑01‑2013
- Wetingang
Essentie
Schending van de motiveringsplicht van art. 7:12 lid 1 Awb is niet onrechtmatig jegens de verhuurster, nu zij geen belanghebbende is in de zin van art. 1:2 Awb bij de weigering van de door de huurder aangevraagde exploitatievergunning.
Samenvatting
De burgemeester van Amsterdam weigert een exploitatievergunning te verlenen voor raamprostitutie wegens strijd met art. 1.7 APV (oud). De aanvrager en beoogd huurder komt bij de bestuursrechter succesvol op tegen deze weigering, waarna de burgemeester de aanvraag alsnog honoreert en de huur ingaat. Vervolgens vordert de eigenaresse/verhuurster schadevergoeding wegens gederfde huurinkomsten bij de burgerlijke rechter. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.