Einde inhoudsopgave
Procesreglement Hoge Raad der Nederlanden
3.4.12.1
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2024
- Bronpublicatie:
25-03-2024, Stcrt. 2024, 13992 (uitgifte: 26-04-2024, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-04-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-03-2024, Stcrt. 2024, 13992 (uitgifte: 26-04-2024, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Fiscaal procesrecht / Algemeen
Strafprocesrecht / Algemeen
Na de afronding van de schriftelijke procedure of na de pleidooien kunnen partijen arrest vragen onder overlegging van de procesdossiers waarin zich ook de stukken van de eerdere instanties dienen te bevinden. In dat geval wordt de zaak verwezen naar een rolzitting waarop de datum wordt bepaald voor de conclusie van de procureur-generaal. Op de datum waarop de conclusie van de procureur-generaal wordt genomen, bepaalt de rolraadsheer de datum waarop ter rolle uitspraak zal worden gedaan en verwijst hij de zaak naar de meervoudige kamer. Partijen kunnen op de voet van artikel 44 Rv schriftelijk commentaar op de conclusie geven binnen twee weken nadat de conclusie is genomen bij brief gericht aan de voorzitter van de civiele kamer.