RN 2020/110
Bestuurstaak. Moet betaling aan bestuurder voor niet-bestuurstaken worden vastgesteld door de raad van commissarissen?
HR 18-09-2020, ECLI:NL:HR:2020:1442
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
18 september 2020
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, C.E. du Perron, C.H. Sieburgh, H.M. Wattendorff, F.J.P. Lock
- Zaaknummer
19/01871
- Conclusie
A-G mr. B.F. Assink
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS247384:1
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht (V)
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
Verbintenissenrecht / Overige verbintenissen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:1442, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 18‑09‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:290, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑03‑2020
- Wetingang
Art. 6:203, 6:212 BW
Essentie
Bestuurstaak. Onverschuldigde betaling. RvC.
Moet betaling aan bestuurder voor niet-bestuurstaken worden vastgesteld door de raad van commissarissen?
Samenvatting
Een voormalig bestuurder heeft op basis van specifieke afspraken met het bestuur werkzaamheden verricht ten behoeve van Orthocenter. Thans vordert Orthocenter de ten behoeve van die werkzaamheden betaalde vergoedingen terug omdat deze vergoedingen niet door de raad van commissarissen zijn vastgesteld.
Hof: Als algemeen statutair directeur van Orthocenter was [Statutair directeur 2] bevoegd afspraken te maken met [geïntimeerde] aangaande invalwerkzaamheden. Anders dan Orthocenter stelt, was voor het opdragen van deze werkzaamheden de goedkeuring van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.