RFR 2017/106
Erfrecht. Dient de rechter de verdelingsvordering af te wijzen, als de vereffening nog niet is voltooid?
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
19 mei 2017
- Magistraten
Mrs. A.H.T. Heisterkamp, G. Snijders, G. de Groot, M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
16/01432
- Conclusie
A-G mr. R.H. de Bock
- Folio weergave
- JCDI
JCDI:ADS926956:1
- Vakgebied(en)
Erfrecht / Bijzondere onderwerpen
Erfrecht / Gevolgen erfopvolging
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:939, Uitspraak, Hoge Raad, 19‑05‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:180, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑03‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 20‑05‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 09‑02‑2016
- Wetingang
Art. 4:202 lid 1 aanhef en onderdeel a, 4:222 BW; art. 22 Rv
Essentie
Vereffening nalatenschap. Verdeling nalatenschap.
Dient de rechter – wanneer de vereffening nog niet is voltooid of onvoldoende duidelijk is of de vereffening is voltooid – in overleg te treden met partijen om te bezien of er mogelijkheden zijn om op de vordering tot verdeling te beslissen?
Samenvatting
Op 4 januari 2005 is de moeder van eiser, verweerder en betrokkene 1 overleden. Zij zijn gedrieën de enige erfgenamen van hun moeder. Verweerder heeft de nalatenschap zuiver aanvaard, eiser en betrokkene 1 beneficiair. Op grond van art. 4:195 lid 1 BW moet de nalatenschap daarom worden vereffend. Alle erfgenamen zijn ...